De inkomensafhankelijke huurverhoging die drie jaar geleden werd ingevoerd heeft niet voor meer doorstroming van ‘goedkope scheefwoners’ gezorgd. Dat blijkt uit onderzoek van RIGO.
Sinds 2013 kunnen verhuurders van gereguleerde huurwoningen jaarlijks een extra huurverhoging doorvoeren bij huurders met een midden- of hoger inkomen. Minister Blok van Wonen hoopte met de inkomensafhankelijke huurverhoging (IAH) ‘goedkope scheefwoners’ te stimuleren te verhuizen naar de vrije huur- of koopsector. Maar dat blijkt niet het geval, blijkt RIGO-onderzoek in opdracht van de minister. Huurders met een midden- of hoger inkomen die een extra huurverhoging hebben gehad, verhuisden niet vaker dan huurders uit diezelfde inkomensklassen die geen extra huurverhoging hebben gehad.
Ook de meeste verhuurders geven aan dat de IAH nog niet heeft geleid tot meer doorstroming van ‘scheefwoners’. Daarvoor noemen zij diverse redenen. Ten eerste speelt de lokale woningmarktsituatie een belangrijke rol: scheefwoners zullen alleen verhuizen als zij een betere woning kunnen vinden, tegen een (voor hen) betaalbare prijs. Ten tweede wordt de extra huurverhoging te klein geacht om scheefwoners (snel) te bewegen tot verhuizen. De prijsprikkel die uitgaat van de IAH wordt groter als ‘scheefwoners’ meerdere jaren achtereen een extra huurverhoging krijgen. Het is dus volgens RIGO nog te vroeg om te concluderen dat de IAH ook op de langere termijn geen effect op de doorstroming heeft. De extra huurverhogingen zorgen ervoor dat huurders met een midden- of hoger inkomen die niet verhuizen, sneller de maximale huurprijs.
RIGO maakte voor het onderzoek gebruik van landelijke data en enquêtes onder huurders en verhuurders.
Het rapport is HIER te downloaden.