Het gaat goed met de leefbaarheid in Amsterdam. Dit blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ (WiA) van de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Maar er blijven aandachtspunten, schrijven de onderzoekers. Op een aantal thema’s zijn op buurtniveau onvoldoendes te noteren.
Zie ook Vier profielen van opvallende buurten en Geodata kaarten met leefbaarheidsscores
Volgens het onderzoeksbureau Mercer staat Amsterdam op nummer elf in de jaarlijkse top van meest leefbare steden ter wereld. Wenen voert de internationale lijst aan, terwijl Bagdad al jaren hekkensluiter is. Internationaal behoort Amsterdam dus tot de aantrekkelijkste steden ter wereld. Ook de bewoners van Amsterdam zelf zijn positief over hun buurt, zo blijkt uit het onderzoek Wonen in Amsterdam. Gemiddeld genomen waarderen Amsterdammers hun buurt in 2015 met een 7,5. In 2013 was dit cijfer voor buurttevredenheid een 7,4. Sinds het voor het eerst werd gemeten in 2001 (6,9) laat de tevredenheid over de buurt een stijgende lijn zien (zie grafiek 1).
Ten opzichte van 2001 is de buurttevredenheid in de stadsdelen West, Oost en Zuidoost het sterkst gestegen. Centrum en Zuid zijn gewend aan hoge scores, maar West en Oost beginnen die te naderen. In Zuidoost lijken stedelijke vernieuwing en wijkaanpak de reden voor de gestage toename van buurttevredenheid. Tussen 2001 en 2015 is het oordeel over de buurt er gestegen van 6,5 naar 7,2. Niet alleen de buurttevredenheid (totaaloordeel) in Zuidoost is toegenomen. Ook de ervaren overlast van vervuiling is er bijvoorbeeld afgenomen. In Nieuw-West blijft de tevredenheid over de buurt met een 6,7 achter bij de andere stadsdelen.
Geen buurt onvoldoende
Iedere Amsterdammer woont in een buurt die gemiddeld een voldoende krijgt van de bewoners. In 23 van de in totaal 91 buurten wordt de buurttevredenheid zelfs met een 8 of hoger beoordeeld. Deze buurten liggen vooral in de stadsdelen Zuid en Centrum, maar ook in West, Noord en Oost (zie kaart 1). In Waterland zijn de bewoners het meest tevreden (8,9), net als in 2011 en 2013.Van de tien laagst scorende buurten op buurttevredenheid liggen er zes in Nieuw-West. Drie buurten scoren in 2015 onder de 6,5. Deze buurten, Slotermeer-Noordoost, Overtoomse Veld en Geuzenveld, liggen alle in Nieuw-West. In 2013 scoorden nog vijf buurten onder de 6,5 in Amsterdam.
In de Indische Buurt Oost (stadsdeel Oost) en de Van Galenbuurt (stadsdeel West) is de tevredenheid over de buurt tussen 2013 en 2015 het meest gestegen. Ook verwachten de bewoners van deze buurten dat het nog beter wordt. De Van Galenbuurt is de sterkste stijger op ervaren overlast van criminaliteit (+1,1 – hoog rapportcijfer betekent minder overlast) en laat ook hogere rapportcijfers in 2015 zien voor overlast door vervuiling, overlast andere groepen mensen en veilig voelen ’s avonds.
De grootste daling is te zien in Burgwallen-Oude Zijde. Hier daalde de buurttevredenheid van een 7,6 naar een 6,8. Ook over de toekomstige ontwikkeling zijn de bewoners van Burgwallen-Oude Zijde minder positief dan in 2013.
Grote vooruitgang in tien jaar
In de afgelopen tien jaar is de tevredenheid over de buurt in de stad toegenomen. In ongeveer de helft van de 91 buurten zijn de bewoners hun buurt hoger gaan waarderen. De grootste stijgers zijn met name gelegen in de stadsdelen Oost, West en Zuidoost (zie kaart 3). In de Indische Buurt West en Bijlmer Centrum nam de buurttevredenheid het sterkst toe tussen 2005 en 2015 met respectievelijk 1,6 en 1,5 punt. Zeven stijgers in de periode 2005-2015 komen van een onvoldoende in 2005. Het zijn buurten waar stedelijke vernieuwing en/of wijkaanpak hebben plaatsgevonden.
In 2005 kreeg de laagst scorende buurt in Amsterdam het rapportcijfer 5,4 (Overtoomse Veld) en de hoogst scorende buurt 8,6 (Apollobuurt). In 2015 is het laagste cijfer een 6,1 (Slotermeer Noordoost en hetzelfde Overtoomse Veld) en het hoogste cijfer een 8,9 (Waterland). De tien buurten die in 2005 het laagst scoorden (6,0 of lager), hebben een veel grotere stijging doorgemaakt dan het Amsterdamse gemiddelde, dat is toegenomen van 7,1 naar 7,5. In de betreffende buurten zijn toenames te noteren van 0,7 tot 1,6 punt. Bij de tien laagst scorende buurten zit in 2015 geen enkele buurt meer in Zuidoost. De stedelijke vernieuwing lijkt de reden hiervoor te zijn.
Ranglijstjes
Op basis van de rapportcijfers voor buurttevredenheid zijn de 91 buurten te rangschikken van hoog naar laag. Als we 2005 met 2015 vergelijken dan komen we in de onderste regionen, ondanks stijgende rapportcijfers, veel dezelfde buurten tegen. Zo is het rapportcijfer in Overtoomse Veld weliswaar gestegen van 5,4 naar 6,1, maar de buurt is niet veel verder gekomen op de rangordelijst (van 91 naar 90). Dat geldt in mindere mate ook voor de Kolenkit (van 87 naar 81). Volewijck laat een toename zien op buurttevredenheid, maar daalt op de rangorde (van 72 naar 80). Dat geldt ook voor Banne Buiksloot (van 76 naar 82).
Slotermeer Zuidwest laat een kleine toename zien op buurttevredenheid, maar daalt van 77 naar 87. Voor Slotermeer Noordoost en Geuzenveld geldt dat ze ongeveer hetzelfde rapportcijfer laten zien op beide meetmomenten, maar dat ze dalen in de rangorde.
Sterke stijgers vinden we vooral in de stadsdelen Oost en West, zoals de Indische Buurt West (van 84 naar 49), de Kinkerbuurt (van 52 naar 18) en de Oosterparkbuurt (van 65 naar 35). Maar bijvoorbeeld ook Bijlmer Centrum en Bijlmer Oost maken een relatief grote sprong van 19 plaatsen.
Vervuiling blijft ergernis nummer 1
Amsterdammers ergeren zich evenals in voorgaande jaren het meest aan vervuiling in hun woonomgeving, al is het gemiddelde rapportcijfer sinds 2001 wel gestegen van 5,7 tot een 6,2 (een hoog rapportcijfer betekent weinig overlast). Maar er zijn grote verschillen tussen buurten. Dertig van de in totaal 91 buurten scoren onder de 6 op ervaren overlast van vervuiling.
Met uitzondering van Zuidoost zijn er in alle stadsdelen buurten te vinden waar de overlast door vervuiling met een onvoldoende wordt beoordeeld (zie kaart 4). In de Burgwallen-Oude Zijde wordt met een rapportcijfer van 4,8 de meeste overlast van vervuiling ervaren. De buurten Nieuwmarkt/Lastage en Landlust Zuid behoren tot de sterkste dalers tussen 2013 en 2015, waardoor deze buurten nu een rapportcijfer onder de 6 hebben. Daar is de ervaren overlast van vervuiling dus toegenomen.
Druk op binnenstad
Naast overlast van vervuiling is in het onderzoek Wonen in Amsterdam ook gevraagd naar de omgang van verschillende groepen mensen in de buurt. Iedere buurt scoort hierop gemiddeld een voldoende. Wel wordt in sommige buurten overlast ervaren van andere groepen mensen. Het stedelijk gemiddelde is een 7,0, maar ook dit verschilt sterk per buurt. Drie van de 91 buurten scoren onder de 6, alle gelegen in stadsdeel Centrum. Het gaat om de beide Burgwallen en Grachtengordel-Zuid. In 2011 en 2013 gaven bewoners in de beide Burgwallen ook aan de meeste overlast te ervaren. Zeven van de in totaal acht buurten die onder 6,5 beoordeeld worden op ervaren overlast van andere groepen mensen, liggen in Centrum. Juist in het oudste deel van Amsterdam doet de toenemende druk op de binnenstad, door onder meer toerisme, zich het meest gevoelen. Het lijkt de keerzijde van het succes van de binnenstad.
Veiligheid
Bewoners van Amsterdam voelen zich over het algemeen ’s avonds veilig in hun buurt. Alle buurten krijgen daarvoor een 6 of hoger. Daar staat tegenover dat er in 16 van de in totaal 91 buurten dusdanige overlast van criminaliteit ervaren wordt, dat bewoners hiervoor gemiddeld een onvoldoende geven. In tien van de dertien buurten in Nieuw-West is dat het geval. In Zuidoost is de overlast van criminaliteit inmiddels zodanig verminderd, dat geen enkele buurt in het stadsdeel onvoldoende scoort. Het enige andere stadsdeel waarvoor dat ook geldt is Zuid (zie kaart 5).
Betrokkenheid bij de buurt
De mate van betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt wordt in 26 van de 91 buurten met een cijfer lager dan 6 beoordeeld. In 2013 ging het om 23 buurten. Tien buurten in stadsdeel Nieuw-West scoren in 2015 onder de 6. Ook hier onderscheidt Zuidoost zich in positieve zin. Van de 26 buurten die op dit thema onder een 6 scoren, ligt er geen enkele in stadsdeel Zuidoost. Positief is dat er in 2015 in Amsterdam geen buurten meer zijn met een cijfer onder de 5,5.
Positief gestemd
Ongeveer de helft van de 91 buurten heeft in de afgelopen tien jaar een stijging op tevredenheid over de buurt laten zien. Hoe zal dit over tien jaar zijn? In de meeste buurten zijn bewoners positief gestemd: 6 of hoger, alleen in drie buurten in Nieuw-West verwachten bewoners een negatieve ontwikkeling: Slotermeer-Noordoost, Slotermeer-Zuidwest en Geuzenveld (kaart 6). Deze buurten behoren in 2015 ook tot de laagst scorende als het gaat om tevredenheid over de buurt. Zes van de 91 buurten scoren een 8 of hoger op de verwachte ontwikkeling. Drie daarvan zijn in stadsdeel Noord gelegen en twee in Zuid. Het meest positief over de toekomst zijn de bewoners van Waterland en Noordelijke IJ-oevers West.
Opvallend is dat in vier van de tien buurten in Centrum de verwachte ontwikkeling van de buurt ten opzichte van 2013 is gedaald. De Omval/Overamstel kent met een toename van 0,8 punt (tot een 7,6 in 2015) de grootste stijging van de toekomstverwachting. Deze buurt scoort op buurttevredenheid relatief laag (6,5). De bewoners hebben evenwel vertrouwen in de toekomst. In deze buurt ligt het Amstelkwartier, waar momenteel veel nieuwbouw wordt gerealiseerd.
Optimisme en opgave
Amsterdammers zijn (nog) positiever over hun buurt dan twee jaar geleden. De buurttevredenheid ligt gemiddeld op een 7,5, iedere buurt scoort een voldoende en er zijn minder buurten die lager dan een 6,5 scoren. Deze mate van buurttevredenheid is geen vanzelfsprekendheid en is mede te danken aan de inzet van bewoners, gemeente, corporaties en andere partijen. Er is door gemeente en corporaties de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in stedelijke vernieuwing en de leefbaarheid van buurten.
Er blijft uiteraard ruimte voor verbetering, met name op specifieke thema’s in de woonomgeving. Het zogeheten gebiedsgericht werken, waarbij bewoners, gemeente, corporaties en andere partijen samenwerken aan de kwaliteit van de woonomgeving, kan hierin een belangrijke rol spelen. Leefbaarheid op buurtniveau is bij uitstek een gebiedsgerichte opgave.
Het toegenomen leefbaarheidsniveau in Zuidoost is in die mate nog niet zichtbaar in Nieuw-West. Daarnaast lijken Centrum-bewoners meer last te krijgen van en te vrezen voor toenemende druk op de binnenstad. Dat thema wordt in het gemeentelijke programma Stad in Balans geadresseerd. Daarin wordt ingezet op een nieuw evenwicht tussen groei en leefbaarheid.
In hoeverre dat lukt, weten we in 2017. Dan vindt het volgende WiA-onderzoek plaats.
Gozewijn Bergenhenegouwen (gemeente Amsterdam) en Jeroen van der Veer (AFWC)
Bij dit artikel horen ook:
De volledige factsheet van het buurttevredenheidonderzoek van WiA 2015 is te vinden op de sites van de gemeente Amsterdam en de AFWC