update 28 augustus 2013
Inschrijving op het adres in de gemeentelijke basisadministratie is voldoende om hoofdverblijf in een sociale huurwoning aannemelijk te maken. Zo heeft de rechter uitgemaakt in een juridische procedure van Eigen Haard tegen een huurder in Landsmeer. De rechter heeft om die reden het verzoek tot ontruiming van de woning afgewezen. De woningstichting gaat tegen deze uitspraak in beroep. In deze zaak kreeg Eigen Haard meldingen dat de huurder al jaren niet haar hoofdverblijf heeft in de sociale huurwoning. De huurder heeft volgens het huurcontract echter wel de plicht daar zijn of haar hoofdverblijf te hebben. “Merken we dat dit niet het geval is, dan onderzoeken we dat zorgvuldig. Anders houdt de huurder een sociale huurwoning bezet zonder er gebruik van te maken,” aldus de woningstichting in een schriftelijke verklaring. Omwonenden verklaarden dat de huurder er vrijwel nooit is. De energierekening was extreem laag. Bij onaangekondigde bezoeken werd de huurder niet thuis getroffen. En de huurder verklaarde zelf desgevraagd al geruime tijd elders te verblijven. Reden voor Eigen Haard om in kort geding ontruiming van de woning te vorderen. De rechter heeft de corporatie daarin niet in het gelijk gesteld. Voor hoofdverblijf is volgens de rechter inschrijving op het adres in de gemeentelijke basisadministratie en het regelmatig ontvangen van post voldoende. “Tegen de uitspraak gaan we in beroep omdat uit de feiten blijkt dat de huurder ergens anders haar hoofdverblijf heeft. En de uitspraak is niet in lijn met de jurisprudentie over soortelijke kwestie. Daarmee zou de huurder ten onrechte een sociale huurwoning bezet houden,” zo verklaart de woningstichting.
Van feitelijke ontruiming zal geen sprake zijn, zo laat Eigen Haard weten. De huurder kan haar woning alsnog behouden. In deze beslissing is meegewogen dat de huurder mantelzorger is voor haar moeder.