Niet alleen het bouwen van sociale huurwoningen, maar ook het vernieuwen van wijken en buurten is een kerntaak van corporaties. Om deze taak te vervullen, moeten corporaties middeldure huurwoningen en goedkope koopwoningen kunnen bouwen. Zo schrijft Jim Schuyt, directievoorzitter van De Alliantie in een brief aan minister Blok van Wonen.
Volgens het Regeerakkoord moeten corporaties zich beperken tot hun kerntaak: het bouwen en beheren van sociale huurwoningen. In zijn brief benadrukt Schuyt het belang van gemengde bouwprogramma’s. “Met gemengde programma’s realiseren we gemengde wijken, met een in sociaal economisch opzicht grotere variëteit aan bewoners. Als corporaties in wijken met problemen alleen nog maar sociale huurwoningen kunnen bouwen, handhaven we de eenzijdige samenstelling van het woningbezit en is er geen uitzicht op een wijk die uit het dal omhoog klimt.”
Andere partijen doen dat volgens hem niet. “De Alliantie heeft zelf een verkenning gedaan naar de condities waaronder beleggers bereid zijn in wijken te investeren. We komen tot de conclusie dat beleggers niet of nauwelijks geïnteresseerd zijn in het bouwen van middeldure huurwoningen in sleetse wijken die vernieuwd moeten worden. Zelfs als deze wijken zich bevinden in de Noordvleugel van de Randstad. Beleggers verlangen een bruto aanvangsrendement van tenminste 5,1% en een effectief rendement van boven de 7% en dat rendement is in dit soort projecten niet te behalen,” aldus de brief.
De Alliantie gaat in Amsterdam Nieuw-West 786 nieuwe woningen bouwen. Het gaat hier om sociale huurwoningen, middeldure huurwoningen en goedkope koopwoningen. Een gemengd bouwprogramma met een rendement van gemiddeld 3,1%. Dit dekt volgens Schuyt niet de rentelasten en overige kosten. “Voor beleggers en ontwikkelaars is dit rendement volstrekt ontoereikend, maar voor corporaties is het vernieuwen van een wijk als Nieuw-West een kerntaak. Tegen deze achtergrond volstaat een laag rendement. Naast het – bescheiden – directe rendement, is voor ons ook de waardeontwikkeling, het indirecte rendement, van groot belang. Op lange termijn bereiken we een totaal rendement dat de kosten dekt,” zo schrijft Schuyt.