|
Sinds 2012 is het marktaandeel sociale huur van corporaties gedaald van 30,0 procent naar 26,9 procent. Naar verwachting daalt het de komende jaren verder. Deze verwachting lijkt bijna achteloos te zijn opgeschreven in het rapport over de ‘Staat van de corporaties 2025’ van de Autoriteit Woningcorporaties. Een echte doorkijk naar de toekomst ontbreekt namelijk in het rapport. Die ‘achteloosheid’ laat me niet los.
We weten toch hoeveel nieuwbouw corporaties gaan bouwen. Volgens de Nationale Prestatie Afspraken bouwen ze komende tien 272.000 sociale huurwoningen. Tegelijkertijd verkopen en slopen ze in diezelfde periode 140.000 woningen. De netto toename is dus 132.000. Die toename valt eenvoudig af te zetten tegen de groei van de totale woningvoorraad in Nederland. Wat voor meerjarige trends zijn daarin op te tekenen?
Neergaande trend stopt niet
In afgelopen jaren groeide de Nederlandse woningvoorraad jaarlijks met zo’n 80.000 woningen. De ambitie voor de komende jaren ligt op een jaarlijkse groei van 100.000 woningen. Als die groeicijfers worden gecombineerd met de bouwambities van de corporaties, daalt in 2035 het aandeel sociale huur richting 25 procent. En bij continuering van deze bouwprogramma’s, blijft dit percentage ook in de daaropvolgende jaren dalen.
De grote vraag is of deze neergaande trend kan worden gestopt. Of nog beter, komen we ooit weer op 30 procent sociale huurvoorraad? Laten we de cijfers nog eens verder bekijken.
Tekort van half miljoen sociale huurwoningen
In 2024 was er al een tekort van ca een kwart miljoen sociale huurwoningen ten opzichte van het gewenste 30 procent marktaandeel, in 2035 loopt dat tekort op tot meer dan 400.000 woningen. En bij een ongewijzigde bouwtrend bedraagt dat tekort in 2039 zo’n half miljoen sociale huurwoningen.
Het gat dat hiermee is geslagen, lijkt onoverbrugbaar. Om dat gat in een afzienbare periode te dichten, zouden corporaties jaarlijks tenminste zo’n 20.000 extra sociale huurwoningen aan hun woningvoorraad moeten toevoegen. Dat is een onrealistische ambitie. Ook als in de Regiewet het aandeel sociale huur fors wordt verhoogd en corporaties geen woningen meer verkopen.
Blaffen en bijten
Er rest dus maar één conclusie: de komende decennia komt de sociale huurvoorraad niet op 30 procent. We mogen al blij zijn als het aandeel stabiliseert op 25 procent. Ik had graag gezien dat de Autoriteit Woningcorporatie die concrete verwachting had opgeschreven. Durfde men dit horrorverhaal niet op te schrijven? Mocht dit niet de aanhef van het rapport worden?
Ik weet dat ik met deze vragen geen recht doe aan het werk van de Autoriteit Woningcorporaties. Het lijkt erop dat de Autoriteit zich steeds meer opstelt als een hoeder van de corporatiesector. Bijten doet de Autoriteit nog weinig, maar blaffen steeds meer. Dat is hoopgevend voor de Nederlanders die zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Nu moeten we nog bewerkstelligen dat de Rijksoverheid zich veel nadrukkelijker inzet voor een groei van de sociale huursector in plaats dat het de sector verder laat afzakken naar een marktaandeel van 25 procent of lager. Tegen beter weten in blijf ik hierin optimistisch.
Léon Bobbe is socioloog en volkshuisvester. Hij is onder meer commissaris bij Parteon en oud-bestuurder van Woonstichting Lieven de Key. Als één van de vier columnisten van NUL20 beschouwt hij iedere twee maanden een aspect van de volkshuisvesting, dat relevant is voor de Metropoolregio Amsterdam. Het kwartet vaste columnisten van NUL20 bestaat naast Bobbe uit Ruud Fiere, Mirthe Biemans en Kasper Baggerman. Alle columns van: Leon Bobbe |