Bestaande huurwoningen worden steeds vaker aan eigenaar-bewoners verkocht. Deze verandering speelt vooral in het lagere segment in de grote steden, aldus ING Research op basis van Kadaster-informatie. Volgens ING verandert daardoor de buurtsamenstelling. De nieuwe kopers hebben gemiddeld hogere inkomens. Bovendien neemt de woningbezetting af.
Het aantal woningen dat vanuit het huursegment naar het koopsegment verschuift, neemt toe. In het tweede kwartaal van dit jaar werden er per saldo 4.775 huurwoningen overgedragen aan eigenaar-bewoners, zo blijkt uit cijfers van het Kadaster. De opkoop door investeerders is zeer beperkt (1.125) en ligt veel lager dan de verkoop (5.900). Het saldo bedraagt meer dan een verviervoudiging ten opzichte van twee jaar geleden. Toen werden er in het tweede kwartaal per saldo 1.100 huurwoningen verkocht aan eigenaar-bewoners.
Een reeks overheidsmaatregelen - hogere overdrachtsbelasting, opkoopbescherming, WOZ-cap, fiscale aanpassingen in box 3 en de invoering van de Wet betaalbare huur (Wbh) - heeft beleggen in huurwoningen minder profijtelijk gemaakt. Te meer daar de marktrentes veel hoger zijn dan enkele jaren terug. Het gevolg is dat vooral kleinere particuliere beleggers eieren voor hun geld kiezen. De verkoopprijzen blijven immers maar stijgen.
ING wijst op de verandering van de buurtsamenstelling als huurwoningen in 'het lagere segment' worden verkocht. Overigens waren deze beleggerswoningen in ieder geval in Amsterdam veelal al lang niet meer betaalbaar voor lagere inkomens. De gemiddelde aanvangshuur in de particuliere sector was vorig jaar 1.575 euro, aldus het onderzoek WiA 2023.