Zes huiseigenaren in Amsterdam hebben een boete gekregen voor het niet naleven van de zelfbewoningsplicht. Het gaat om boetes van zo’n 22.000 euro per woning. Daarnaast is een ‘last onder dwangsom’ opgelegd van 43.000 euro om te bewerkstelligen dat de woningen alsnog door de kopers worden bewoond.
De opkoopbescherming is vorig jaar april ingevoerd en geldt in Amsterdam voor woningen met een WOZ-waarde tot 512.000 euro in 2022 en 533.000 euro in 2023. De eerste vier jaar na aankoop mogen kopers de woning niet verhuren. Een paar uitzonderingen daargelaten; zo mag een woning wel worden verhuurd aan directe familieleden of tijdelijk worden verhuurd, bijvoorbeeld tijdens verblijf in het buitenland.
Eind vorig jaar controleerde de gemeente Amsterdam of woningkopers zich aan de regels hielden. De voorbeelden liegen er niet om. Bij twee illegaal verhuurde woningen in Centrum en in Oost was de huurders beloofd dat zij de woning na drie jaar zouden mogen kopen. Daarvoor hadden zij een garantstelling betaald van respectievelijk 27.000 en 30.000 euro, die bij de koop van de aankoopsom zou worden afgetrokken.
In Nieuw-West was sprake van een anonieme eigenaar die via een verhuurbureau een kleine tweekamerwoning verhuurde voor 2.000 euro in de maand. Aan het bureau had het stel 3.000 euro borg betaald. En voor een woning in West betaalde een stel buitenlandse studenten 2.000 euro per maand. Ook vroeg het bemiddelingsbureau 2.000 euro aan bemiddelingskosten. De betrokken huurders zijn voor hulp en ondersteuning doorverwezen naar !Woon.