De Tweede Kamer op 11 maart 2014 de nieuwe Huisvestingswet aangenomen. Dit betekent dat gemeenten vanaf 2015 de woonruimteverdeling alleen nog via een huisvestingsverordening kunnen sturen en niet meer in een convenant. Gemeenten mogen voor maximaal de helft van de huurwoningen voorrang geven aan lokale en regionale woningzoekenden.
Een huisvestingsverordening geldt straks voor maximaal vier jaar. Gemeenten moeten bovendien onderbouwen waarom de regels nodig zijn. Daartoe moeten zij aantonen dat er sprake is van schaarste waardoor bepaalde groepen woningzoekenden zonder sturing onvoldoende aan bod komen. Voor maximaal de helft van dit aanbod kunnen gemeenten lokale (25%) en regionale (25% of 50% als geheel) woningzoekenden voorrang geven. Lokaal maatwerk vervangt de bindingseisen uit de oude wet. Voor koopwoningen mogen straks geen voorrangsregels meer worden opgesteld, behalve op de Waddeneilanden.
Aedes, de koepel van woningcorporaties, is tevreden over de grotere mogelijkheden tot regionaal maatwerk. De nieuwe wet stelt dat gemeenten in schaarstegebieden zoals de regio Amsterdam maximaal de helft van alle huurwoningen mogen reserveren voor mensen die al in de regio wonen. Daarvan mag weer de helft (dus een kwart van het totaal) toegewezen worden aan mensen die al in de gemeente wonen. Het zijn vooral de kleine dorpen in de stadsregio die een hoger percentage met voorrang toewijzen aan eigen inwoners.
De Kamer verwierp een amendement om leefbaarheidscriteria op te nemen in de Huisvestingswet als grondslag voor toewijzing. De gebiedsaanwijzing in de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek biedt gemeenten volgens de Kamer gemeenten voldoende mogelijkheden.