Volgens het Nibud is wonen op de vrije markt, of dat nu via koop of huur gaat, zo duur geworden dat middeninkomens het lastiger hebben dan mensen met een minimuminkomen. Directeur Gerjoke Wilmink pleit daarom voor het verhogen van de inkomensgrens voor sociale huurwoningen. Het instituut is bezorgd over de stijgende woonlasten.
Wilmink: "Dat de economie aantrekt betekent niet dat het einde van de problemen in zicht is. De inkomens gaan wel omhoog, maar de vaste lasten drukken ook steeds sterker op de portemonnee. Met name woonlasten en zorgkosten zijn sterk gestegen."
De EU-inkomensgrens is overigens dit jaar al opgerekt. Corporaties mogen dit jaar 10 procent van de vrijgekomen sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen 35.739 (de EU-inkomensgrens) en 39.874 euro. Bovendien mogen ze 10 procent toewijzen aan huishoudens met een hoger jaarinkomen. Daarbij zijn zij wel verplicht urgentiecriteria te stellen. Minimaal 80 procent gaat naar huishoudens met een inkomen beneden de 35.739 euro. Voor 2016 moest 90 procent aan deze doelgroep worden toegewezen.