Overslaan en naar de inhoud gaan

Meer koopwoningen gaan naar starters

Image

In 2023 is het aantal koopstarters op de woningmarkt gegroeid. Meer woningzoekers kopen hun eerste woning. Dit blijkt uit een analyse van de NVM. Maar voor koopstarters zonder eigen geld valt er nog altijd weinig te kiezen.

Zowel in het eerst als tweede kwartaal van 2023 lag het aantal starters dat een woning kocht hoger dan een jaar eerder. Relatief was de toename nog groter dat het aantal woningverkopen terugviel. Het aandeel koopstarters steeg van circa 40 naar 45 procent.

NVM-vakgroepvoorzitter Wonen Lana Gerssen: “We zien dat de financiële positie van koopstarters over het algemeen is verbeterd in 2023, ondanks de gestegen hypotheekrente. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de ruimere leennormen, de sterke inkomensstijging en de gedaalde woningprijzen. Een starter betaalde op de piek in de koopwoningmarkt in 2022 gemiddeld 369.000 euro. Op het laagste punt in de markt in het eerste kwartaal van 2023 betaalde die starter 329.000 euro voor een woning. Dat tikt aan.”

 De NVM constateert dat maar een beperkt deel van de starters een appartement (29%) koopt of een woning kleiner dan 75 m² (18%). Het stereotype beeld dat het bij starterswoningen vooral om kleine appartementen gaat klopt dus niet. De koopstarter wordt ook jonger. De gemiddelde leeftijd is nu 34 jaar, tegenover 36 in 2019.

Alleenstaande starters met een modaal inkomen (bruto €38.000) hebben weinig keuze. Met hun leencapaciteit van circa 159.000 euro kunnen ze slechts 3 procent van de momenteel beschikbare woningen financieren. Stellen die beiden modaal verdienen hebben al betere kansen. Hun leencapaciteit van circa 358.000 euro. Hiermee is 37 procent van het aanbod volledig te financieren.

De NVM meldt in zijn analyse niets over de teruglopende belangstelling van beleggers op de particuliere woningmarkt. Maar het hogere aantal starters gaat uiteraard gepaard met een afname van kopers die doorstromen of beleggen voor verhuur.

Trefwoorden