De coalitiepartijen ChristenUnie, CDA, VVD en D66 hebben een wetsvoorstel gepresenteerd waarin zij gemeenten toestaan beleggers van de huizenmarkt te weren voor tenminste vijf jaar. Opmerkelijk genoeg gaan zij verder dan het wetsvoorstel waar minister Ollongren aan werkte. De zelfbewoningsplicht moet ervoor zorgen dat starters meer kans krijgen op een eigen woning. In grote steden kopen beleggers veel woningen op die zij vervolgens tegen hoge huren verhuren.
Volgens het nieuwe voorstel kunnen gemeenten straks een verbod invoeren om woningen zonder vergunning te verhuren. Zo’n ban geldt tot maximaal vier jaar na aankoop. Er worden wel allerlei uitzonderingen geformuleerd zoals die nu ook gelden voor verkoop van corporatiewoningen. Verhuur aan directe familieleden is bijvoorbeeld wel toegestaan. En de eigenaar mag na minimaal een jaar bewoning de woning wel voor kortere tijd verhuren. De nieuwe regels gaan ook alleen gelden voor nieuw aangekochte woningen.
Zoals gezegd was minister Ollongren bezig met een vergelijkbaar wetsvoorstel. Het huidige initiatief voorkomt dat het plan blijft liggen nu het kabinet is gevallen. Bovendien gaat het verder. Gemeenten kunnen de zelfbewoningsplicht niet voor drie maar voor vijf jaar invoeren. Bovendien bestaat de mogelijkheid de regeling na evaluatie te verlengen. Het voorstel krijgt ongetwijfeld ook brede steun in de Kamer. Enkele weken geleden drongen wethouders van vijf grote steden bij de minister aan op extra instrumenten om de huurmarkt onder controle te houden. Een opkoopverbod was daar onderdeel van. In grote steden zou inmiddels minstens één op de vijf verkochte huizen in handen van beleggers komen. Het FD meldde zelfs een percentage van 40 procent. Dat zou blijken uit voorlopige analyse van het Kadaster op basis van de eerste helft van 2020.