Vooral door de huurverhogingen per 1 juli steeg de 'consumentenprijsindex' deze maand meer dan in de afgelopen vijf jaar. Volgens het CBS betaalde de consument in juli 2,1 procent meer voor goederen en diensten dan een jaar eerder. De meeste woninghuren worden jaarlijks in juli verhoogd. Dit jaar kwam die verhoging uit op gemiddeld 2,3 procent. Vorig jaar stegen de huren met 1,6 procent. Verder werden elektriciteit en aardgas duurder. Dit had ook een opwaarts effect op de ontwikkeling van consumentenprijzen.
CBS spreekt sinds enkele jaren liever over de 'consumentenprijsindex' (CPI) dan over 'inflatie'. De CPI is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
Om het nog ingewikkelder te maken berekent het CBS ook nog de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Die kwam in juli uit op 1,9 procent. De stijging van consumentenprijzen in Nederland is daarmee, net als vorige maand, lager dan in de hele eurozone. Daar was consument in juli 2,1 procent meer kwijt.