Bewonersbedrijven zijn in Nederland sterk in opkomst en veelbelovend, maar hebben vaak nog last van kinderziektes. Het vinden van een succesvol verdienmodel is lastig en starre wetgeving is vaak fnuikend. Gemeenten lijken nog niet klaar voor omgang met bewonersorganisatie van onderop. Tot deze conclusie komen onderzoekers van de TU Delft (Faculteit Bouwkunde, Afdeling OTB) in hun rapport Kennisontwikkeling Experiment Bewonersbedrijven.
Bewonersbedrijven zijn kleine ondernemingen, gerund door en voor buurtbewoners. Zij kunnen de buurt een fikse impuls geven. Met boodschappentaxi’s, plantsoenbeheer- en zwerfvuilploegen, verhuur van ruimtes in leegstaande buurtgebouwen, goedkope catering en advies weten ze vaak een niche aan te boren die zowel markt als gemeente laten liggen. Dat levert buurtbewoners niet alleen voordelige diensten op, maar ook meer leefbaarheid en onderlinge contacten.
De inzet van zeer gemotiveerde vrijwilligers is de kracht van bewonersbedrijven, omdat ze daardoor goedkope diensten kunnen aanbieden. Maar het is ook een van de zwaktes, is een conclusie uit het OTB-onderzoek onder veertien bewonersbedrijven. Want vrijwilligers kunnen zomaar wegvallen, en dan komt een bewonersbedrijf al gauw in zwaar weer. Ondanks overheidsoproepen tot zelforganisatie en deelname aan de ‘participatiemaatschappij’ werpen gemeenten in de praktijk allerlei barrières op. “Bewonersbedrijven vinden vaak lastig hun weg in een ambtelijke apparaat”, zegt onderzoeksleider Reinout Kleinhans. “Dat komt enerzijds door onbekendheid met dit fenomeen, maar anderzijds doordat overheden niet zijn toegesneden op activisme van onderaf. Bewonersbedrijven passen niet in de bekende hokjes.”
Verder blijkt dat veel bewonersbedrijven financieel kwetsbaar zijn. De meeste hebben op dit moment weinig financieel perspectief voor de langere termijn. De dienstverlening is welbewust vooral gericht op de laagste inkomensgroepen. Maar daardoor is een goed verdienmodel lastig te creëren. Vele zijn afhankelijk van eenmalige subsidies of genereren inkomsten uit evenementen die niet bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen. Het verhuren van ruimtes in leegstaande schoolgebouwen of buurthuizen blijkt nog de meeste kans te geven op financiële stabiliteit. Maar door ambtelijke en wettelijke drempels komt dit vaak moeilijk van de grond.