In 2021 zorgde verhuizingen naar ruim 50 duizend opgeleverde nieuwbouwwoningen tot ruim 120 duizend vrijkomende woningen die opnieuw bewoond werden. Dit blijkt uit een analyse van CBS. De verhuisketen van Amsterdamse nieuwbouwwoningen is korter (1,87); opvallend is dat de doorstroom van de Amsterdamse nieuwbouw doorwerkt tot in Groningen en Maastricht.
CBS heeft de verhuisketens geanalyseerd binnen één kalenderjaar vanaf het moment dat een nieuwbouwwoning werd bewoond, althans bewoners op het adres werden ingeschreven bij het bevolkingsregister. De werkelijke verhuisketen zal dus langer zijn omdat de verhuisketen van later in het jaar opgeleverde woningen ook in het volgende kalenderjaar kunnen doorlopen.
Een verhuisketen als gevolg van nieuwbouw (huur- en koopwoningen) bestaat uit meerdere schakels. De eerste schakel omvat de woningen die de nieuwbouwbewoners achterlaten. In 2021 waren dat er 56 duizend, dus meer dan het aantal bewoonde nieuwbouwwoningen. Dat is onder meer te verklaren doordat twee mensen die gaan samenwonen beiden een woning achterlaten. Deze woningen vormen de tweede schakel in de verhuisketen, enzovoort.
Nieuwbouw in Amsterdam
Uit de analyse blijkt dat nieuwbouw in Amsterdam doorwerkt in het hele land. In 2021 werden er in de gemeente Amsterdam 3.800 nieuwbouwwoningen in gebruik genomen (woningen die via transformatie ontstaan zijn niet meegenomen). De doorstroom hierdoor was het grootst op de Amsterdamse woningmarkt zelf: 3.800 nieuwbouwwoningen zorgden voor bijna 4.500 vrijkomende Amsterdamse woningen die weer werden bewoond. Maar de verhuisketen zorgde ook in plaatsen als Utrecht (170), Rotterdam(155), Amstelveen(140) en Almere(125) voor aanzienlijke aantallen woningen met nieuwe bewoners. De verhuisketen reikt tot in Groningen (85) en Maastricht (40).
CBS geeft geen verklaring voor het feit dat de verhuisketen in Amsterdam korter is dan het landelijk gemiddelde. Dit komt ongetwijfeld mede door het oplevering van forse aantallen studio's voor studenten en andere starters.