Overslaan en naar de inhoud gaan

CBRE mag de huren van procederende huurders wél verhogen

Image

Vastgoedverhuurder CBRE mag de jaarlijkse huurverhoging voor zijn woningen gewoon doorvoeren. Dat heeft de rechtbank Rotterdam bepaald. Volgens de kantonrechter hebben de 540 procederende huurders van vrije sector woningen geen ‘spoedeisend belang’ met hun eis om de huurverhoging per 1 juli te schorsen.

Deze groep huurders eiste bevriezing van de huur omdat eerder diverse kantonrechters een streep hebben gehaald door de wijze waarop institutionele beleggers de huren verhogen. Die zou ‘oneerlijk’ en in strijd met EU-regelgeving zijn. In de standaard huurcontracten staat vaak dat de huren jaarlijks mogen verhoogd met de inflatie plus een opslag van wel 3 tot 5 procent. De procederende groep huurders wilde dat CBRE nu de huurverhoging aanhoudt totdat duidelijk wordt of het oordeel van de kantonrechters over de verhuurpraktijk van afgelopen jaren standhoudt.

De eerdere uitspraken leggen een bom onder de systematiek van de huurverhogingen in de vrijehuursector. Met potentieel enorme consequenties voor de vastgoedsector. Grote verhuurders volgen de uitspraken rond het zogeheten 'huurprijswijzigingsbeding' dan ook met argusogen. Verhuurders rekenden al voor dat zij mogelijk ruim 6 miljard euro aan teveel berekende huur in de afgelopen jaren zouden moeten terugbetalen.