Bij de verboden verhuur van een sociale huurwoning via Airbnb is huisuitzetting niet altijd een redelijke sanctie. Zo heeft de rechter uitgemaakt in een zaak van een bewoner van Bos en Lommer. De man verhuurde zeven keer woonruimte. De verhuurder vorderde vervolgens ontbinding van het huurcontract, maar volgens de rechter is huisuitzetting in dit specifieke geval niet gerechtvaardigd.
De rechtbank laat een aantal overwegingen meespelen. De bewuste bewoner is altijd een goede huurder geweest en het aantal verhuringen is beperkt. Ook verwacht de rechtbank dat bij ontruiming de woning wordt geliberaliseerd. Dan zou de woning uit de sociale voorraad verdwijnen. Terwijl het Airbnb-verbod juist tot doel heeft de sociale voorraad te beschermen. Wel moet de huurder de opbrengst van zijn verhuuractiviteiten afstaan aan de verhuurder. Hoewel onderverhuren in huurcontracten duidelijk wordt verboden, is Airbnb een nieuwe ontwikkeling waarin het recht nog gevormd moet worden, zei de rechter in deze zaak.
Vakantieverhuur neemt snel toe in populariteit. In Amsterdam worden 11.500 slaapplekken te huur aangeboden via Airbnb. Betekent deze uitspraak dat vakantieverhuur in sociale huurwoningen in sommige gevallen toch wordt toegestaan? De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is niet zo bezorgd. De rechtbank twijfelt volgens de federatie niet aan het verbod op onderverhuur. Maar een huisuitzetting mag vanwege de schaarste niet tot gevolg hebben dat de woning aan de sociale woningvoorraad wordt onttrokken.