Een bejaarde gedetineerde houdt de beschikking over zijn sociale huurwoning in Amsterdam-Zuid. De kantonrechter heeft de vordering van Ymere tot ontruiming afgewezen. De corporatie heeft verzoeken om huisbewaring onvoldoende gemotiveerd afgewezen. Ook is er volgens de rechter geen sprake van verloedering van de woonomgeving.
De 75-jarige huurder - slecht ter been en gebruikmakend van een rollator- huurt al meer dan tien jaar een woning van Ymere. Hij bevindt zich sinds augustus vorig jaar in detentie. Twee verzoeken om huisbewaring werden door de corporatie afgewezen, omdat sprake is van een gevangenisstraf van meer dan drie jaar en de maximale termijn voor huisbewaring slechts een jaar duurt. Daarbij ontbrak een op het individuele geval toegespitste motivering. Ontruiming zou de huurder echter ernstig duperen. Hij kan vanaf volgend voorjaar elk weekeind met verlof en mag vanaf volgend najaar met een enkelband naar huis. Bij het ontbreken van een woning zou hij tot oktober 2021 in de gevangenis moeten blijven.
Ook al gaat het om een schaarse huurwoning, dan nog is volgens de kantonrechter de afwezigheid van de huurder van onvoldoende gewicht om de huurovereenkomst te ontbinden. Hij heeft zich altijd als een goede huurder gedragen. Er is geen huurachterstand. De gemeente heeft het afgelopen jaar de huur betaald. Evenmin is het huis aan derden in gebruik gegeven. Bovendien zijn er andere gevallen bekend, waarin Ymere wel voor langere tijd huisbewaring heeft toegestaan. Dit alles rechtvaardigt niet de ontbinding van de huurovereenkomst, aldus de rechter. Ymere gaat niet tegen de uitspraak in beroep.