Overslaan en naar de inhoud gaan

Amsterdam wijzigt voorrangsregeling: percentage per maatschappelijk beroep

Image

De Amsterdamse voorrangsregeling voor maatschappelijke beroepen wordt tot nu toe vooral benut door zorgmedewerkers. Wethouder Zita Pels wil dat ook onderwijzend en politiepersoneel meer kans krijgen op een woning door met percentages te gaan werken: 22 procent voor politiekandidaten, 34 procent voor onderwijskandidaten en 44 procent voor zorgkandidaten. De percentages zijn afgestemd op de grootte van de beroepsgroep. 

Sinds 2020 is er een voorrangsregeling voor maatschappelijke beroepsgroepen met grote personeelstekorten. Dit jaar werd de politie als doelgroep toegevoegd. In de twee jaar dat de regeling bestaat zijn er veel meer zorgkandidaten aan een woning geholpen dan onderwijskandidaten. Om meer evenwicht te krijgen wil Pels nu een quotumregeling invoeren. Binnen het onderwijs krijgen leerkrachten uit het basisonderwijs bovendien voorrang op leerkrachten uit het voortgezet onderwijs. En om het nog ingewikkelder te maken: leraren van bepaalde basisscholen ("met een hoge schoolweging van ten minste 35") krijgen nog weer een extra streepje voor. 

Met de corporaties is afgesproken dat zij jaarlijks jaarlijks 50 tot 100 woningen in het sociale segment en 50 tot 100 woningen in het middeldure huursegment beschikbaar stellen voor deze beroepsregeling. Daarnaast zijn er vrijwillige afspraken met commerciële verhuurderorganisaties om zich voor dit doel in te spannen.

In 2020 en 2021 zijn in Amsterdam 140 en 217 corporatiewoningen met voorrang toegewezen aan leraren en zorgmedewerkers. 75 respectievelijk 85 procent daarvan ging naar zorgpersoneel. In welke mate commerciële verhuurders met voorrang aan bepaalde beroepsgroepen hebben verhuurd is niet bij de gemeente bekend. 

De regeling appelleert gezien het grote aantal aanmeldingen aan een behoefte. Maar net als bij eerdere voorrangsregelingen voor beroepsgroepen blijkt het lastig vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.

Trefwoorden