Woningeigenaren en huurders in de vrije sector in Amsterdam die door de coronacrisis moeite hebben hun woonlasten te betalen, kunnen hiervoor een tegemoetkoming krijgen. Het gemeentebestuur is onlangs met een eigen uitwerking gekomen van de landelijke TONK-regeling (Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten).
Het kabinet introduceerde de TONK in december als tegemoetkoming voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval. Gemeenten moesten de regeling wel zelf uitwerken. Kabinet en Tweede Kamer spraken de nadrukkelijke wens uit dat ze ruimhartig zou worden toegepast. En dat doet Amsterdam ook. De regeling geldt ook voor mensen met spaargeld tot ruim 31.000 euro of met overwaarde op hun huis. De TONK geldt van januari tot en met juni 2021. Aanvragers hoeven alleen hun inkomensgegevens over januari op te geven. Mensen die in aanmerking komen, krijgen de uitkering in één keer toegekend voor de hele periode januari tot en met juni 2021 - dus ook met terugwerkende kracht. Verandert het inkomen na januari, dan heeft dat geen invloed op de bijdrage. De andere maanden hoeven niet te worden terugbetaald.
Het Rijk stelt vooralsnog 11,7 miljoen euro beschikbaar voor de regeling, maar bijstellingen zijn mogelijk. Amsterdam denkt er in totaal 20,5 miljoen euro voor nodig te hebben, inclusief 0,7 miljoen uitvoeringskosten. Voor de resterende 8,8 miljoen euro ‘anticipeert de gemeente op aanvullende rijksmiddelen’, zo staat in een raadsinformatiebrief.