Amsterdam herschikt stedelijke vernieuwing
Amsterdam concentreert de resterende gelden voor de stedelijke vernieuwing. Voortaan ligt de focus op de acht buurten die de afgelopen jaren het meest zijn achter gebleven: Slotermeer Zuidwest en Slotermeer Noordoost, De Kolenkitbuurt, IJplein/Vogelbuurt, Nieuwendam Noord, Volewijk, Bijlmer Centrum en Holendrecht/Reigersbos.
Volgens verantwoordelijk wethouder Freek Ossel is er de afgelopen vijftien jaar veel bereikt in de stedelijke vernieuwing. De vooruitgang is naar zijn mening overal in de stad goed te zien. Maar onveranderd voortgaan met stedelijke vernieuwing in 33 verschillende gebieden is financieel niet langer haalbaar. "Er komt in 2014 een einde aan de ISV-middelen van het Rijk. Nu al is sprake van overheidsbezuinigingen. Corporaties zien hun budgetten krimpen. De economische vooruitzichten zijn niet gunstig. De woningmarkt stagneert. Al die ontwikkelingen zijn heel riskant voor de meest kwetsbare gebieden. Daarom moeten we wel hervormen."
Voortaan stelt Amsterdam zich twee hoofddoelen: verbetering van de buurtwaardering en van de sociaal-economische positie van de bewoners in die gebieden die de afgelopen jaren het meest zijn achtergebleven. "Samen met O+S hebben we onze stadsvernieuwingsgebieden geanalyseerd op basis van twee aspecten: leefbaarheid en de mate waarin sociaal-economisch zwakke groepen in een buurt vertegenwoordigd zijn. Dat heeft geleid tot een keuze voor acht buurten in West, Nieuw West. Noord en Zuidoost. Daar is de nood het hoogst."
Ossel verwerpt de gedachte dat vooral een technisch/statistische keuze is gemaakt. "Wij nemen samen met de stadsdelen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor die gebieden. De middelen worden in een portemonnee gestopt. Dat is nieuw. In het verleden waren we sterk bezig met het telkens vinden van nieuwe portemonnees. Nu gaat het ons erom met gebiedsgerichte arrangementen het verschil te maken; de komende twee jaar met de nog beschikbare middelen het grootste effect te sorteren." Onderdeel van de nieuwe aanpak is een zorgvuldige sturing. "In die acht buurten gaan we elk kwartaal bekijken wat het effect is van ons handelen. Zodat we een maximaal effect kunnen bereiken." De onderlinge verdeling van het beschikbare geld moet nog nader worden bepaald.
Dat door die keuze andere kwetsbare plekken in de stad, zoals de Diamantbuurt in stadsdeel Zuid of de Indische Buurt in stadsdeel Oost, geen extra steun meer krijgen, noemt Ossel onvermijdelijk. "Ik begrijp heel goed dat onze keuze emoties oproept. Maar we weten al twee jaar dat er minder geld beschikbaar komt. Die buurten worden echt niet aan hun lot overgelaten. We hebben armoedebeleid. We zetten ons in voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Er wordt stadsbreed gewerkt aan meer veiligheid. En soms kunnen we nog wel iets extra's doen; de stad gaat bijvoorbeeld substantieel investeren in verbetering van het Makassarplein."
Zie ook: De grote herbezinning: volkshuisvesting na de crisis (NUL20, maart 2012, in dit artikel staan de financiële achtergronden geschetst die tot de huidige maatregelen hebben geleid)