De huren in de vrije sector worden in rap tempo weer duurder, zo blijkt uit cijfers van woningplatform Pararius. De terugval die zich na het uitbreken van de pandemie aftekende is voorbij. In het vierde kwartaal van 2021 betaalden nieuwe huurders gemiddeld 5,3 procent meer dan een jaar eerder. Dit is de grootste procentuele stijging sinds het derde kwartaal van 2018, toen de huurprijzen stegen met 5,9 procent. De gemiddelde vierkante meterprijs van een kaal appartement is nu 15,04 euro.
Het effect van COVID-19 is goed zichtbaar vanaf het tweede kwartaal van 2020. Vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder daalden de prijzen procentueel gezien voor het eerst in jaren. Het wegblijven van expats en het stilvallen van toeristenverhuur zorgde vrijwel direct voor een toename in het huuraanbod en lagere huurprijzen, vooral in de grote steden. Aan het begin van 2021 kwam de expatmarkt weer op gang en na het tweede kwartaal zitten de huurprijzen weer in de lift.
Noord-Holland is met een vierkantemeterprijs van 20,49 euro (gemiddelde van gestoffeerde, gemeubileerde en kale verhuurprijzen) nog altijd de duurste provincie. Amsterdam is de duurste stad, al stegen de huurprijzen daar slechts met 1,7 procent ten opzichte van vorig jaar. In drie Amsterdamse stadsdelen stegen de huurprijzen met meer dan zes procent: Centrum (+8,2%), Noord (+6,1%) en West (+7,5%); in Nieuw-west (-1,2%) en Oost (-2,1%) gingen de prijzen iets omlaag.
Opvallend genoeg gaat de prijsstijging gepaard met groeiende leegstand in het hoge huursegment (>€1.250), zo meldde vastgoedbeheerder MVGM kort geleden op basis van onderzoek van Watson+Holmes. De leegstand nam in dat segment in het derde kwartaal van 2021 toe tot 7,6 procent. Volgens Manfred Ziere, directeur MVGM Wonen, is er een groeiende mismatch tussen vraag en aanbod.
Onder andere PvdA-Kamerlid Nijboer en de Woonbond pleiten naar aanleiding van de stijgende huurprijzen wederom voor huurregulering. In het regeerakkoord staat een vage passage over huurbescherming voor middeldure huurwoningen, iets wat het vorige kabinet steevast heeft afgewezen. De meest genoemde optie daarvoor is het geldig verklaren van het puntenstelsel (WWS) boven de liberaliseringsgrens.