De coronacrisis leidt tot een economische crisis en dat heeft onvermijdelijk effect op de woningmarkt. Daarover waren woningmarktdeskundige Johan Conijn en Rabo-onderzoeker Nic Vrieselaar het roerend eens bij een 'livecast' over de toekomst van de woningmarkt. Maar in welke mate dat tot prijsdalingen en een kopersstaking leidt is nog nauwelijks te voorspellen.
Volgens makelaar Eefje Voogd gaat een vergelijking met de kredietcrisis niet op, zeker niet voor Amsterdam: "Toen stonden er meer dan 8.000 woningen te koop en verkochten we maar een klein deel, nu is het tekort juist gigantisch." Ook volgens Conijn is de woningmarkt nu robuuster dan in 2008: "Er zijn minder tophypotheken, er is woningnood. Er is te weinig gebouwd en dat is nu ironisch genoeg een meevaller als je naar de woningmarkt kijkt." Bovendien stagneerde vanaf 2008 de kredietverlening en daarnaast was de rente hoger dan nu. "Het probleem ligt nu dus meer aan de vraagkant en niet zozeer aan de financieringskant. Het gaat nu om inkomenszekerheid en vertrouwen.
Volgens gedragseconome Kim Fairley is dat vertrouwen fundamenteel voor een goed functionerende woningmarkt. "De financiële positie van de ene persoon kan beter zijn dan van de andere maar mensen zijn geneigd tot kuddegedrag. Als het algemene vertrouwen afneemt, dan gaan ook mensen die wel kunnen kopen daar in mee. Het koopsentiment, het vertrouwen, is de meest bepalende factor voor mensen om een woning te kopen."
Zowel Vrieselaar als Conijn hopen dat een bouwstop zoals we uit de vorige crisis kennen voorkomen wordt. Conijn: "Nu zijn er al signalen dat opdrachtgevers plannen in de ijskast zetten."