De financiële positie van de Amsterdamse corporaties is zodanig verbeterd, dat ze volgend jaar van de toezichthouders 300 miljoen euro meer mogen lenen dan dit jaar. Dat betekent dat ze fors extra kunnen investeren in nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. De totale leencapaciteit van de acht Amsterdamse corporaties gaat omhoog naar 8,6 miljard euro.
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat garant voor de leningen die corporaties aangaan. Het is een onderling solidariteitsfonds van alle Nederlandse woningcorporaties. In het verleden heeft het WSW alle uitglijders van collega-corporaties - zelfs de miljarden verliezen bij Vestia - kunnen opvangen. Het fonds beoordeelt hoeveel corporaties mogen lenen. Maar de gemeenten waar corporaties actief zijn fungeren als achtervanger. En in laatste instantie staat het Rijk garant. Gemeenten moeten dus ook akkoord gaan met de verhoging van de garantstelling. Dat is veelal een formaliteit.
Amsterdam heeft bekend gemaakt akkoord te gaan met de verhoging van de leencapaciteit. Wethouder Laurens Ivens grijpt deze gelegenheid om de corporaties aan te spreken op hun woningproductie. Die is de laatste twee jaar achtergebleven bij de doelstelling en moet omhoog. De corporaties hebben overigens al eerder aangegeven dat zij hun productie willen opvoeren. Eind dit jaar wordt duidelijk in welke mate dit in 2017 wel is gelukt.
De toezichthouders beoordelen op jaarbasis de financiële positie van corporaties. De nieuwe garantieovereenkomst loopt tot eind 2019. Het betreft de woningcorporaties De Alliantie, De Key, DUWO, Eigen Haard, Stadgenoot, Ymere, Rochdale en Woonzorg Nederland.