Een meerderheid in de Tweede Kamer is voorstander van de introductie van een doorbouwgarantie. Een projectontwikkelaar kan dan sneller gaan bouwen, ook als het gewenste voorverkooppercentage nog niet is behaald. Het parlement hoopt daarmee de kans op stagnatie van woningbouw vanwege toenemende inflatie, hogere rente en aarzeling bij kopers te verminderen.
De doorbouwgarantie komt uit de koker van ChristenUnie en Partij van de Arbeid/GroenLinks. Volgens CU-Kamerlid Pieter Grinwis vallen door achterblijvende verkopen steeds meer woningbouwprojecten stil en zal het woningtekort nog verder oplopen. Tegelijkertijd denkt Grinwis met zijn collega Henk Nijboer (PvdA) dat die woningen na oplevering alsnog snel zullen worden verkocht. Kopers hoeven dan geen twee jaar of langer te wachten tot de bouw gereed is, met extra hypoheeklasten en onzekerheid over de ontwikkeling van de huizenprijzen in die tijd.
Eerder al klonk de roep om een garantieregeling, maar zowel de minister voor Volkshuisvesting als de minister van Financien toonden zich sceptisch. Bij hen bestaat angst voor al te makkelijke afwenteling van risico's op de overheid. Ook ontbrak het nog aan een deugdelijke financiele dekking. ChristenUnie en PvdA haalden de Kamer over de streep door een beroep te doen op geld dat nog beschikbaar is uit onder meer de opbrengst van de verhoging van de zogenoemde Bankenbelasting en dividendbelasting over de inkoop van eigen aandelen.