Amsterdam wil vooralsnog geen hogere leningen verstrekken voor de realisatie van wooncoöperaties, zo laten de wethouders van Woningbouw en Volkshuisvesting weten in een brief aan de gemeenteraad. Wel willen wethouder Van Dantzig en wethouder Pels met banken en wooncoöperaties meer fundamenteel kijken naar de mogelijkheden om op een solide manier financieringen rond te krijgen.
Een woongebouw ontwikkelen als wooncoöperatie is een ingewikkelde operatie. Soms lukt het wel. Kortgeleden is De Warren opgeleverd en komend najaar volgt de voltooiing van Het Nieuwe Bajesdorp. Door hoge inflatie, stijgende bouwkosten en stijgende hypotheekrente wordt het echter steeds moeilijker dergelijke projecten van de grond te krijgen. Al zit De Nieuwe Meent wel in de fase van het afsluiten van een gemeentelijke lening en hebben Akropolis, Eureka en Torteltuin een optieovereenkomst afgesloten met de gemeente.
De gemeente Amsterdam stimuleert sinds 2021 de ontwikkeling van wooncoöperaties met een speciale lening. Sinds de start van de regeling is ruim 10 miljoen euro uitgeleend voor zes initiatieven. Er kan nog een soortgelijk bedrag worden uitgeleend, maar volgens beide wethouders is de grens om nog meer uit te lenen bereikt. “Het belangrijkste doel van de stimuleringsregeling was en is om de financiering door banken te vereenvoudigen. Hoofdfinanciering door de bank blijft een belangrijk uitgangspunt, de gemeente is geen bank”, als Van Dantzig en Pels.
Door de gestegen rente kunnen wooncoöperaties minder lenen. Dat zou door de gemeente (gedeeltelijk) kunnen compenseren door het maximale leenbedrag per woning te verhogen van 50.000 naar 75.000 euro. Van Dantzig en Pels vinden dat een te groot risico. Ook een verlenging van de aflossingstermijn naar dertig jaar wordt door hen onwenselijk geacht. De gemeente loopt dan het risico op enig moment hoofdfinancier te worden. En een lagere rente op de gemeentelijke lening is evenmin haalbaar, omdat dan sprake zou kunnen zijn van verboden staatssteun.
In het komende onderzoek zal naast het stroomlijnen van het financieringsproces en andere financieringsconstructies ook worden gekeken naar aanpassing van het maximale bedrag dat de gemeente leent, maar van extra kosten voor de gemeente mag geen sprake zijn.
Onder de huidige marktomstandigheden zijn initiatieven van wooncoöperaties in de betaalbare huursector (nog) moeilijker te realiseren dan in eerdere jaren. Tot voor kort gingen coöperaties ervan uit dat een bank zo’n 70 procent van de bouwkosten financiert. Maar volgens deskundige Clemens Mol van !Woon loopt dat aandeel terug door de gestegen rente: “Het zit nu eerder rond de 60 procent.” En bij de Nieuwe Meent zou de Duitse GLS Bank niet verder willen gaan dan 45 procent. “Omdat onze huuropbrengsten door onze keuze voor sociale huurwoningen relatief laag zijn”, aldus woordvoerder Andrea Verdecchia eerder in NUL20. Ten slotte is er ook een nationaal leenfonds voor wooncoöperaties in aantocht. Of liever: fondsje. Want er wordt gesproken over 10 miljoen euro. Ter vergelijking: Amsterdam heeft voor het Leenfonds 20 miljoen euro vrijgemaakt. |