Het Rijk moet meer doen voor de bouw van betaalbare woningen, zo schrijft de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in een brief aan de Tweede Kamer. Dertig gemeenten en de provincies Noord-Holland en Flevoland hebben behoefte aan structurele financiële ondersteuning. De huidige Woningbouwimpuls en Startbouwimpuls zijn effectief, maar bieden uiteindelijk onvoldoende soelaas.
Floor Roduner, wethouder in Haarlem en voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen in de MRA, meent dat gemeenten er echt alles aan doen om de woningbouwproductie op peil te houden. Projecten worden aangepast en afspraken versoberd. Gemeenten leggen geld bij en sluiten doorbouwakkoorden, maar dat alles kan niet voorkomen dat de bouwproductie dreigt te halveren.
Het gemiddelde tekort op een nieuwbouwwoning in de MRA ligt op ongeveer 12.000 euro. De Woningbouwimpuls en de Startbouwimpuls vormen volgens hem een effectief middel om op korte termijn stagnatie in de woningbouw tegen te gaan, maar er is snel een grotere, structurele impuls nodig om daadwerkelijk op koers te blijven.
Roduner pleit daarom samen met de Amsterdamse wethouder Van Dantzig en de gedeputeerden Beemsterboer (Noord-Holland) en De Reus (Flevoland) voor een nieuwe regeling. Uitgangspunten daarbij zijn: lage administratieve last, vooraf zekerheid over de Rijksbijdrage, een doorlopend loket en direct profijt voor alle betaalbare bouwprojecten. Ook belangrijk: de extra Rijkssteun mag niet ten koste gaan van de omvang van de uitkering uit het Gemeentefonds.