Het moet voor woningcorporaties makkelijker worden om elkaar financieel te steunen. Dat schrijft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting in een brief aan de Tweede Kamer. Dit is nodig om de opgave van de Nationale Prestatieafspraak (NPA) gezamenlijk te realiseren. Ook wil de minister dat het inzichtelijker wordt wat er regionaal nodig is om de onderlinge solidariteit te vergroten.
Onderlinge samenwerking en solidariteit passen volgens hem in de rijke volkshuisvestelijke traditie van de corporatiesector. “Het Rijk heeft de taak om de wettelijke mogelijkheden hiervoor te verruimen zodat corporaties elkaar beter kunnen helpen. Samen met Aedes zullen we de samenwerkingsmogelijkheden inzichtelijk maken en waar nodig wordt collectieve projectsteun ingezet om de grote bouwopgave die we met elkaar hebben, te realiseren”, aldus De Jonge.
In de NPA is afgesproken dat corporaties de komende jaren 250.000 sociale - en 50.000 middenhuurwoningen bouwen. Bovendien moeten zij ruim 675.000 woningen verduurzamen en woningen met de slechtste energielabels aanpakken. De corporatiesector als geheel kan deze opgave de komende jaren financieel aan, maar hiervoor is het wel belangrijk dat meer vermogende corporaties, de corporaties uit de regio gaan helpen die onvoldoende financiële slagkracht hebben om hun opgave te realiseren.
Om meer inzicht te krijgen in welke corporaties financieel kunnen helpen of geholpen kunnen worden, zal allereerst in beeld gebracht worden waar het regionaal gaat knellen. Hiervoor kunnen corporaties een regionale doorrekening doen. Ook zullen de mogelijkheden tot onderlinge solidariteit nadrukkelijker onderdeel zijn van de jaarlijkse monitor van de prestaties van corporaties.
De Jonge wil samenwerking nog meer bevorderen. Samen met Aedes zal hij een handreiking opstellen waarin bestaande en vernieuwende vormen van samenwerking worden gedeeld. Naast de bestaande mogelijkheden voor onderlinge solidariteit, wil de minister het ook makkelijker maken om, als een soort van vrijwillige projectsteun, middelen aan elkaar over te dragen. Hiervoor zal de minister een wijziging van de Woningwet voorbereiden.
Hij verwacht dat corporaties elkaar de komende jaren zullen opzoeken om gezamenlijk hun opgaven te realiseren. Als blijkt dat onderlinge financiële samenwerking niet toereikend is, kan een corporatie projectsteun aanvragen. Daarvoor geldt dat regionale steun eerst breed onderzocht moet zijn door de aanvrager en dat duidelijk wordt gemaakt dat een project zonder projectsteun niet door kan gaan. Projectsteun zal daarnaast alleen wordt toegekend als hiermee een bijdrage wordt geleverd aan de NPA. De minister is van plan om een onafhankelijke beoordelingscommissie aan te wijzen die een steunaanvraag kan toetsen.
Tenslotte wil de minister onderzoeken of hij de maximale toegestane bijdrage aan projectsteun per corporatie kan verhogen van 1% van de jaarlijkse operationele kasstroom naar 5%. Daarbij zal hij ook meenemen of corporaties die al grote vrijwillige bijdragen hebben geleverd, kunnen worden ontzien van een landelijke projectsteunheffing.