Overslaan en naar de inhoud gaan
Afscheidsinterview: Egbert de Vries
Polderaar uit overtuiging

Egbert de Vries vertrekt als directeur bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Hij wordt per 20 januari geïnstalleerd als de opvolger van wethouder Sharon Dijksma. De Vries startte na de zomer van 2014. Hoe kijkt de toekomstig wethouder en voormalig stadsdeelpoliticus terug op zijn jaren in de Amsterdamse corporatiesector? En wat was zijn agenda?

Was het eer of een uitdaging om voor de corporatiesector te gaan werken?
"Toen ik hier startte in 2014 was de sfeer nog wel zo dat ik werd aangesproken in de trant van: zou je wel voor een corporatie gaan werken? Het imago was na diverse schandalen natuurlijk niet best. Maar zo zat ik er niet in. Ik had in mijn periode als stadsdeelbestuurder ook gezien dat corporaties heel goede dingen deden. Ik was en ben er absoluut van overtuigd dat corporaties nodig zijn. We hebben in Nederland met deze sector goud in handen. Dat wordt snel vergeten. Men komt vanuit de hele wereld hier kijken hoe we dat doen. Het feit dat er destijds enkele rotte appels tussen zaten, betekent natuurlijk niet dat de oogst is mislukt."
 
De sector zat in 2014 nog midden in een transitieproces, met als mijlpaal de nieuwe Woningwet in 2015. Hoe kijk je daar op terug?
"Ik was blij met de nieuwe Woningwet, die de corporaties weer beter verbond met hun kerntaken. Maar zoals zo vaak gebeurt als op ongelukken of ontsporingen wordt gereageerd, is men doorgeschoten in verantwoordingsplichten en bureaucratie. Je zag datzelfde destijds als reactie op de brand bij café ’t Hemeltje met de gebruiksvergunningen. In de jaren daarna werd weer veel afgeschaald, omdat het niet werkbaar was. Hetzelfde gebeurt nu in onze sector met de herziening van de woningwet 2021."
 
Wat was je agenda toen je bij de AFWC startte?
"Het eerste was de achteruitgang van de aantallen sociale huurwoningen stoppen. Ik vond dat de corporatiesector niet kleiner moest worden. Dat was gelukkig ook de ambitie van wethouder Ivens. En het is gelukt. We groeien weer! Ten tweede wilde ik dat de corporaties nog meer hun prioriteit zouden gaan leggen bij onze sociale rol. Lang is teveel aandacht uitgegaan naar zaken als woningen verkopen. En ten derde wilde ik eraan werken dat het imago van de sector meer overeen zou komen met wat we feitelijk zijn: dankzij de corporaties kunnen veel Amsterdammers betaalbaar wonen. Dat gaat natuurlijk heel langzaam. En de enige manier is uiteindelijk: show, don't tell.

Prestatieafpraken

Hoe heeft de relatie met de gemeente Amsterdam zich ontwikkeld? De vierjaarlijkse onderhandelingen over de prestatieafspraken hebben in het verleden ook wel eens vier jaar geduurd voordat alle onderdelen waren uitgewerkt. 
"Dat gaat beter. We hebben best nog wel eens slaande ruzie, maar we trekken meer samen op. Ik kon wellicht ook wat makkelijker inschatten hoe het werkt bij de gemeente. Soms kun je voor de eigen achterban zorgen voor ondertitels. Bijvoorbeeld: ‘Men zegt nu dat, maar dat moeten ze nu zeggen omdat...’ 
Formeel is de AFWC een lobby- en belangenorganisatie, maar dat is niet lang niet het enige wat we doen. Dat is namelijk zeker ook het faciliteren van samenwerking tussen corporaties, gemeente en andere maatschappelijke instellingen. We werken niet alleen met de gemeentelijke afdeling wonen samen, maar ook - en steeds meer - met het sociaal domein en de zorgaanbieders. En met de afdeling duurzaamheid en de energiepartijen. Dat zijn allemaal verbanden gericht op samenwerking. En dat voeden we vanuit de netwerken van corporatiespecialisten. En natuurlijk. We komen ook op voor onze belangen. We lobbyen ook!"
 
Wat doet de AFWC meer of anders dan in 2014?
"Om één ding eruit te halen. We zijn veel prominenter betrokken bij het sociale domein. Dat heeft heel erg te maken met de extramuralisering en de decentralisatie van wonen en zorg. Dat leidde tot een forse toename van kwetsbare bewoners in sociale huurwoningen. We hebben ons vanuit de Federatie gericht op intensieve samenwerking met de gemeente en de zorgpartijen om dit in goede banen te leiden, en dat is gelukt."
 
Heeft het opheffen van de stadsdelen als politiek orgaan de samenwerking met de gemeente makkelijker of moeilijker gemaakt? 
"Er zijn duidelijke voordelen, zoals minder diversiteit in regelgeving en beleid. Dat maakt samenwerking en het maken van afspraken makkelijker. Maar er is ook een andere kant. Amsterdam heeft besloten om gebiedsgericht te gaan werken, in 22 gebieden. Corporaties werken graag samen op gebiedsniveau om de leefbaarheid te verbeteren, en daarvan constateer ik dat dit in sommige gebieden helemaal niet van de grond komt. Ik heb het idee dat dit een gevolg is van een verzwakte organisatie op stadsdeelniveau."

Terug naar de kruisjeslijst

In het eerste decennium van deze eeuw beconcurreerden corporaties elkaar om nieuwbouwlocaties te verwerven. De AFWC stond daar buiten. En sterker nog: die moest alle kikkers in de kruiwagen houden. Hoe gaat dat tegenwoordig?
"Corporaties hebben door de Woningwet een fundamenteel andere rol gekregen. Zij opereren minder als projectontwikkelaar van commercieel vastgoed. Op grond die de gemeente uitgeeft, zijn corporaties de voorkeurspartij om de sociale huurwoningen te bouwen. Maar daarbij besloot het college in 2015 plotsklaps dat corporaties voortaan zelf maar moesten bepalen welke corporatie waar gaat bouwen. Dat levert de Federatie veel nieuw werk op. We zijn weer zo'n beetje terug bij de kruisjeslijst van vroeger, waarbij we nu in een gezamenlijk gesprek tot afstemming komen."  
(kruisjeslijst: tot in de jaren negentig verdeelde de Federatie onderhands de nieuwbouwprojecten over de corporaties, nvdr)
 
Hoe is de verstandhouding met huurdersorganisaties? Er is nogal wat gewijzigd nadat de Huurdersvereniging Amsterdam ter ziele is gegaan.
"We hebben in het verleden altijd prima samengewerkt met de HA. Bij de samenwerkingsafspraken zitten we nu om tafel met de huurderskoepels. Dat vind ik wel een goed model, omdat zij ook degenen zijn waar de individuele corporaties mee praten. Ze verdelen hun taken, er zitten meer mensen aan tafel. Het gaat er soms stevig aan toe. Dat is wel eens lastig, maar het is ook fijn als mensen stevig hun mening geven."
 
Ik hoor dat je een lijvig overdrachtsdossier hebt samengesteld. Wat staat er op je lijstje TO DO voor je opvolger?
"Nee, daar ben ik niet zo van. Wat ik hoop, is dat mijn opvolger het op zijn eigen manier gaat doen. Het is een nieuwe tijd, iemand moet daar ook bij passen. Het wordt een tijd waarin de corporatievoorraad weer gaat groeien. Ik hoop wel dat mijn insteek blijft hangen: dat je de stedelijke problemen gezamenlijk oppakt. 
   
 
Fred van der Molen
Trefwoord