‘Migranten in Slotermeer. Aanpassingsmoeilijkheden bij migrantengezinnen in een Amsterdamse tuinstad.’ Zo luiden titel en ondertitel van een sociaal-psychologisch onderzoek waaruit blijkt dat ruim één op de vijf migrantenhuishoudens in Slotermeer kampt met spanningen binnen het gezin en met de omgeving. Op het eerste gezicht komt zo’n rapport niet verrassend over, maar wel als je bedenkt dat het stamt uit 1957. De migranten zijn ‘plattelanders’ uit Friesland en Groningen die voor werk bij Fokker of op Schiphol naar Amsterdam zijn gekomen.
Dat Nieuw-West eerder met migrantenpoblematiek te maken heeft gehad, komen we te weten uit het jongste boek van stadsgeograaf Ton Heijdra. Heijdra heeft gekozen voor een beschrijvende geschiedenis waarin zoveel mogelijk aspecten van het leven in Nieuw-West aan bod komen. Een loflijk streven, maar hierdoor worden veel zaken slechts kort aangestipt. Enkele simpele kaders waarin ‘gewone’ bewoners aan het woord komen, hadden voor de nodige detaillering kunnen zorgen.
Niettemin bevat het werk voor de liefhebber voldoende wetenswaardigheden om gestaag door te lezen, zoals het verdwenen katten- en hondenkerkhof, het grote aandeel Indische Nederlanders en de reden van het abrupte einde van de Burgemeester Roëllstraat. De foto’s, overwegend zwart-wit, zijn prachtig. Velen zien Nieuw-West als non-descript, identiteit- en geschiedenisloos. Heijdra geeft het stadsdeel smoel - en een geschiedenis die in de annalen eeuwen verder teruggaat dan die van hartje Amsterdam.
Amsterdam Nieuw-West. De geschiedenis van de Westelijke Tuinsteden, Ton Heijdra, Uitgeverij René de Milliano, 168 pagina’s, ISBN 978 9072810 588, € 22,50.