Overslaan en naar de inhoud gaan

Inhoud geven aan de gemengde wijk

Menging van bevolkingsgroepen door veranderingen in de woningvoorraad was vanaf de jaren negentig de heilige graal van de aanpak van achterstandswijken. Mengen naar leeftijd, herkomst en vooral sociaal-economische positie zou een positieve invloed hebben op de leefbaarheid en het imago van die wijken. Het was een stevige bouwsteen in het Grotestedenbeleid en vele gemeentelijke bestuursakkoorden. Vraagtekens waren er ook altijd wel. Kregen mensen met een laag inkomen echt extra kansen door de nabije vestiging van hogere inkomensgroepen? Leidde dit beleid niet tot verdringing van lagere inkomensgroepen? Na de Paarse kabinetten kwamen vanaf 2002 die van Balkenende, met andere prioriteiten. Vervolgens bracht de kredietcrisis de investeringen in de fysieke vernieuwing van de achterstandswijken tot stilstand: exit heilige graal.

Zin en onzin van de gemengde wijk

Twee jaar geleden zette het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid de gemengde wijk weer op de agenda. Dit programma schat in dat het twee decennia vergt om de bewoners van twintig focusgebieden een nieuw perspectief te geven. WijkWijzer, het online platform voor leefbare en veilige wijken, biedt met Inhoud geven aan de gemengde wijk  een ‘kennisfundament’ (de ondertitel) om daarmee aan de slag te gaan: een literatuurstudie over argumenten, instrumenten en resultaten.
De auteurs, werkzaam bij het Verwey-Jonker Instituut, Platform31 en Movisie, beginnen met een kleine geschiedenis van de gemengde wijk en laten zien hoe dit beleidsideaal in verschillende vormen een rol speelt vanaf halverwege de vorige eeuw. De omstandigheden zijn inmiddels ingrijpend veranderd, met negatieve gevolgen voor de leefbaarheid van buurten die al geen sterke positie hadden en voor met name kinderen en jongeren. In het tweede hoofdstuk beschrijven en becommentariëren ze een flinke stapel wetenschappelijke onderzoeken. Vooraf waarschuwen ze dat er weliswaar veel onderzoek is gedaan, maar “dat dit niet betekent dat er overeenstemming is over de zin en onzin van de gemengde wijk, waaruit een eenduidige beleidsroute kan worden uitgestippeld”. De auteurs werken zich soepel leesbaar door studies over het bestrijden van sociaal-economische segregatie, dempen van concentraties van kwetsbare huishoudens, voorkomen van negatieve buurteffecten en toewerken naar betere wijkscores.

Tenslotte waarschuwen ze voor het grote risico van verdringing van lage inkomens en het vertrek van sociale stijgers.

Het hart van de publicatie gaat over het instrumentarium om wijken te mengen. Een verrassend lange lijst van fysieke, sociale en economische instrumenten passeert de revue, van grondbeleid tot inponden van particulier bezit, van menging in het onderwijs tot het belang van subtiele regie en versterken van de wijkeconomie. Te veel aandacht is er voor instrumenten om persoonlijke contacten op buurtniveau tot stand te brengen. Die gaan eigenlijk meer over je thuis voelen in superdiverse buurten dan over wijken waar de leefbaarheid onder druk staat door fysieke en sociale problemen.

Consensus gestoeld op aannames

Inhoud geven aan de gemengde wijk is een zakelijke, maar ook levendige en vanuit betrokkenheid geschreven literatuurstudie. De allerminst vrijblijvende afsluiting past daar goed bij. De auteurs zien in de praktijk dat er tussen betrokken partijen in algemene zin wel consensus is over het streven naar gemengde wijken, maar dat die ambitie “gestoeld is op een kluwen van aannames, waarvan de onderbouwing impliciet blijft”. Met als gevolg dat voor je het weet de ene maatregel tegen de andere in werkt. Effectief werken aan gemengde wijken vereist een heldere analyse en scherpe, goed doordachte en onderbouwde keuzes. De auteurs adviseren betrokken partijen om vier stappen te doorlopen om met succes samen aan menging te werken. Tenslotte waarschuwen ze voor het grote risico van verdringingsprocessen van mensen met lage inkomens en het vertrek van sociale stijgers. Ze bepleiten gentle gentrification, geleidelijke veranderingen over langere tijd.    

Een van de redenen om deze WijkWijzer te maken was dat “een nieuwe generatie stedelijke beleidsmakers enigszins blind lijkt (…) voor niet alleen de body of knowledge die door onderzoekers is opgebouwd”, maar ook voor de ervaringskennis van professionals die al langer meelopen. Herkenbaar, dat aanstekelijke, wat ongefundeerde enthousiasme. Maar ervaringskennis stolt en veroudert. Met nog eens een geschatte twintig jaar werk voor de boeg vormt deze publicatie, helder geschreven, bondig van opzet en boordevol inzichten, een must-read  voor iedereen die werkt aan leefbare en veilige wijken. 
 

Joop de Haan

Inhoud geven aan de gemengde wijk - Kennisfundament voor de stedelijke focusgebieden in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. 
Auteurs: Jeroen van der Velden, Kay Hollanders, Matthijs Uyterlinde, Radboud Engbersen, Emre Can.
Uitgave van kennisplatform WijkWijzer, ontwikkeld door Platform31, Verwey-Jonker Instituut en Movisie.
Gratis te downloaden.