De geringe beschikbaarheid en de hoge prijs van bouwgrond zijn grote bottlenecks voor woningcorporaties om voldoende nieuwbouwwoningen te realiseren, concludeert Aedes na een enquête onder tachtig corporaties. Aedes vindt dat er transparante rekenmethodes moeten komen voor realistische grondprijzen.
Woningcorporaties hebben afgesproken de komende jaren veel meer nieuwe woningen te bouwen: niet alleen permanente sociale huurwoningen, maar ook middenhuurwoningen en flexwoningen. Maar er is volgens Aedes onvoldoende betaalbare bouwgrond beschikbaar. Daardoor komt die nieuwbouwopgave in het gedrang.
Tweederde van de corporaties die de enquête invulden, heeft te weinig grond voor nieuwbouw. Corporaties mogen sinds 2015 voor sociale woningbouw alleen grond aankopen met een woonbestemming en als er binnen vijf jaar op wordt gebouwd. Hun grondbezit nam sindsdien sterk af; een kwart van de corporaties verwierf de afgelopen vijf jaar helemaal geen grond.
Corporaties zijn daarbij grotendeels afhankelijk van gemeenten. Meer dan de helft geeft aan alleen of voornamelijk bouwgrond van de gemeente te verwerven, maar ook gemeenten hebben steeds minder bouwgrond beschikbaar. Vervolgens worden ze geconfronteerd met grote verschillen in prijzen. De prijs van grond steeg gemiddeld 21 procent over de afgelopen vijf jaar.
De manier waarop grondprijzen tot stand komen is volgens Aedes niet transparant en lijkt aan willekeur onderhevig. De corporatiekoepel vindt daarom dat er transparante rekenmethodes moeten komen voor realistische grondprijzen.