Honderden miljoenen die zijn gereserveerd voor middeldure huurwoningen worden niet geïnvesteerd, zo meldt het economisch bureau Stec Groep. Zestig procent van de beleggers op de Nederlandse huurwoningmarkt verwacht hun investeringsdoel voor 2017 niet te halen. In totaal hebben beleggers dit jaar ruim 5 miljard euro hiervoor klaar liggen en in de periode 2018-2020 nog eens 16,6 miljard euro. Gebrekkige samenwerking met gemeenten speelt in de optiek van beleggers een belangrijke rol bij het uitblijven van investeringen in middenhuurwoningen.
Beleggers en gemeenten verstaan elkaar niet, is de klacht van de beleggers. Beleggers verwijten gemeenten dat ze niet bereid zijn hun grondprijzen aan te passen voor middeldure huurwoningen. Daarnaast is bij gemeenten koudwatervrees om samen te werken met beleggers. Bovendien ontbreekt het vaak aan aan concreet gemeentelijk woonbeleid waar op teruggegrepen kan worden.
Opvallend is dat slechts 13 procent van de beleggers zegt zelf regelmatig contact te hebben met gemeenten. Vaak worden ze via ontwikkelaars bij een project betrokken. Volgens Stec beseffen veel beleggers dat zij ook zelf hun contacten met strategische partners als gemeenten en woningcorporaties moeten intensiveren.
Voor beleggers zijn middeldure huurwoningen een interessant product voor de lange termijn. Het merendeel heeft een duidelijke voorkeur voor de Randstad, maar een steeds groter deel kijkt ook naar steden elders. Het favoriete beleggingsproduct is een appartement van 70 m2 voor een jong stel met een huurprijs van zo'n 900 euro.
De Stec Groep concludeert dat het middenhuursegment zich in een transitieperiode bevindt en langzaamaan een volwassen segment op de Nederlandse woningmarkt wordt. "Intensieve samenwerking tussen overheid en markt zien we als de sleutel tot verdere groei".