Overslaan en naar de inhoud gaan

'Uitspraak Europees Hof bemoeilijkt aanpak vakantieverhuur'

Image

Airbnb moet worden beschouwd als een informatiedienst, zo heeft het Europese Hof van Justitie uitgemaakt in een procedure over de status van het verhuurplatform. Het vrije verkeer van diensten en informatie binnen de Europese Unie maakt dat aan het in Ierland gevestigde bedrijf geen beperkingen kunnen worden opgelegd.

De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben voor de aanpak van de uitwassen van vakantieverhuur. Het bedrijf kan dus niet worden verplicht informatie over de aanbieders met gemeenten te delen. Evenmin kan het platform worden verplicht toeristenbelasting af te dragen. De uitspraak lijkt ook gevolgen te hebben voor de handhaving van de maximum verhuurtermijn van dertig dagen. Een dergelijke termijn zal de gemeente bij de verhuurder moeten afdwingen; Airbnb hoeft daar niet aan mee te werken. Vanaf volgend jaar geldt voor de aanbieders op Airbnb een registratieplicht. Een dergelijke eis blijft volgens het hof mogelijk, maar ook dat hoeft het bedrijf niet te faciliteren.

Wethouder Ivens van Wonen meent dat het Europese Hof ‘hiermee laat zien dat de belangen van multinationals in Europa vóór de belangen van de inwoners gaan’. Volgens hem wordt nu nog belangrijker om de Europese wetgeving te wijzigen. Amsterdam gaat daarom samen met de grote Europese steden door met de lobby bij de Europese Commissie. Het Hof in Luxemburg kwam tot deze uitspraak op verzoek van de rechter in Frankrijk. De Franse vereniging voor accommodatie en toerisme, waarbij veel grote hotelketens zijn aangesloten, ziet Airbnb als een vastgoedbedrijf en meende dat sprake is van concurrentievervalsing.