Het tekort aan studentenwoningen is licht gestegen ten opzichte van vorig jaar en is nu bijna 27.000. Het aantal studenten steeg vorig collegejaar met 12.000. Zo blijkt uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting 2022 (LMS) van Kences, het kenniscentrum van studentenhuisvesters. Het huisvestingstekort stijgt naar verwachting naar 44.800 woonruimten in 2029/2030 in de twintig grootste studiesteden. De stijging van het tekor kan bijna helemaal worden toegeschreven aan het toenemend aantal internationale studenten. In de steden Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Den Bosch, Leiden, Utrecht is sprake van een zeer krappe woningmarkt voor studenten.
Al jaren worden er vooral studio’s gebouwd voor studenten en nauwelijks kamers. Het gevolg is dat het aantal studenten dat in studio’s woont toeneemt. In 2014 woonde nog 12 procent van de studenten in een studio. Nu is dat 25 procent. “Wij vinden dit een zorgelijke ontwikkeling”, zegt Kences-directeur Jolan de Bie. Uit onderzoek blijkt dat wonen op kamers met gedeelde voorzieningen voor veel studenten goed is voor hun welzijn.
De belangrijkste reden dat studentenhuisvesters toch vooral studio's bouwen is een financiële. Het bouwen van studio’s is lucratief en het bouwen van kamers verliesgevend. Dit komt door de regels waarmee huur en huurtoeslag worden bepaald. De wettelijk toegestane huur van studio’s is daardoor veel hoger dan die van kamers, maar door de huurtoeslag wordt de nettoprijs van een studio weer betaalbaar voor de student. Je krijgt deze toeslag wel voor een zelfstandige woning, niet voor een kamer. Volgens De Bie bouwen ook veel particuliere verhuurders om die reden hun kamers om naar studio’s.
De gemiddelde kamerhuur bedraagt bij de corporaties die bij Kences zijn aangesloten 280 euro per maand. De Bie: “Voor dit geld kunnen we geen nieuwe kamers bouwen of bestaande kamers verduurzamen.” Minister De Jonge moet volgens haar snel stappen zetten om het bouwen en het verduurzamen van kamers weer aantrekkelijk te maken.
Studenten bijna de helft van hun inkomen (47%) kwijt aan wonen. De woonlasten in Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Rotterdam liggen hoger dan gemiddeld.