Overslaan en naar de inhoud gaan

Onderverhuur gaat geld kosten

Op 9 september 2008 heeft het Gerechtshof te Amsterdam een baanbrekend vonnis uitgesproken. Het betreft een rechtszaak die woningcorporatie Ymere, bijgestaan door Tomlow advocaten, aangespannen heeft tegen een huurder die zijn woning onderverhuurde uit winstbejag. Het Hof heeft geoordeeld dat naast dat de huurder de woning kwijt raakt ook de winst van € 13.800,- plus de juridische kosten moet afdragen aan Ymere.

 
Het Hof  onderschrijft dat Ymere schade heeft geleden, bestaande uit de aanzienlijke extra kosten die verhuurders moeten maken om in voldoende mate de nadelen op te heffen die aan onderverhuur verbonden zijn. Omdat de schade niet concreet is vast te stellen mag men deze volgens de wet gelijk stellen aan de onrechtmatig genoten winst.
 
Dit is een mijlpaal in de strijd tegen woonfraude omdat deze uitspraak betekent dat woningcorporaties voortaan ook de onderhuurwinst kunnen claimen van huurders die hun woning illegaal onderverhuren. Deze uitspraak van een hoger rechtscollege geeft heldere jurispridentie, wat zal doorwerken in toekomstige uitspraken.
 
Er hoeft nu niet meer per sé een apart boetebeding in de huurovereenkomst te staan om toch financieel aangepakt te kunnen worden. Al langer is zo dat woonfraudeurs de huurwoning kwijtraken en het risico op een fikse boete lopen, ook als er geen sprake is van genoten winst. Bijvoorbeeld bij het in gebruik geven van de woning aan een familielid.