In de afgelopen weken is in drie bijeenkomsten achtereenvolgens ingegaan op de geschiedenis van de wijkaanpak in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog, het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) en het Pact Poelenburg Peldersveld in Zaandam. In Amsterdam wordt in navolging van de Rotterdamse en Zaanse aanpak ook gewerkt aan een integrale en langjarige aanpak om, samen met bewoners, wijken te verbeteren die onder meer op onderwijs en werk minder goed scoren dan andere delen van de stad. In Amsterdam wordt nu door een alliantie- de Alliantie Zuidoost - gewerkt aan een Masterplan Zuidoost. Een vergelijkbare aanpak voor Nieuw-West wordt voorbereid.
Masterplan Zuidoost
Livecast: dat ging zo Tijdens de vierde bijeenkomst van de serie 'Comeback wijkaanpak' met de titel 'De toekomst van de wijkaanpak in Amsterdam' gingen onder leiding van Charlot Schans met elkaar in gesprek: Tanja Jadnanansing (stadsdeelvoorzitter Zuidoost), Henriëtte Rombouts (adjunct-directeur PMB, gemeente Amsterdam), Marien de Langen (bestuursvoorzitter stadgenoot), Jerry Afriyie (bewoner Zuidoost), Firoez Azarhoosh (stadmaker Indische Buurt), Reinout Kleinhans (stadsgeograaf en universitair hoofddocent TU Delft) en Marco Pastors (directeur Nationaal Programma Rotterdam Zuid) met elkaar in gesprek. |
Henriëtte Rombouts, adjunct-directeur van het Project Management Bureau van de gemeente Amsterdam en kwartiermaker van het Masterplan Zuidoost, legt uit dat de wijkaanpak in Amsterdam als gevolg van het afbouwen van de Vogelaaraanpak door het toenmalige kabinet feitelijk is gestopt. “In 2017 heeft het huidige stadsbestuur gezegd dat er toch iets extra's moet gebeuren in buurten waar de leefbaarheid onder druk staat. Maar ook dat dit vanuit de bewoners moet gebeuren. Toen is de ontwikkelbuurtenaanpak ontstaan en dat is eigenlijk de wedergeboorte van de wijkaanpak.”
Voor Noord, Nieuw-West en Zuidoost zijn op basis van cijfers (onderwijs, werk, armoede et cetera) 32 buurten geselecteerd. Het gaat om 19 (soms kleine) buurten in Nieuw-West, 6 in Zuidoost en 7 in Noord. In de stadsdelen zijn zogenoemde gebiedsteams met bewoners in gesprek gegaan, vertelt Rombouts. “Wat zijn de wensen van bewoners? Er is niet alleen gevraagd naar wensen over de openbare ruimte en veiligheid, maar ook bijvoorbeeld over onderwijs, werk, eenzaamheid en gezond leven.” Op basis van die gesprekken zijn plannen van aanpak gemaakt en die zijn inmiddels in uitvoering.
Rombouts geeft ook aan dat na de verkenningen een jaar geleden ook 'punten naar voren kwamen' die om meer aandacht vragen en de schaal van de buurt overstijgen. “In Zuidoost was een aantal geweldsincidenten, er is relatief veel armoede en veel kinderen krijgen een laag onderwijsadvies. Het leek ons verstandig om daar niet alleen als gemeente maar samen met alle relevante partijen in stadsdeel Zuidoost op in te zetten. In april is de Alliantie Zuidoost gestart en werken we samen aan een Masterplan. Dat gaat in principe over heel Zuidoost en het doel is om beter te benutten wat er al is. Dit stadsdeel gaat enorm groeien, er komen 40.000 woningen bij. We willen een programma maken waaruit blijkt: hier staan we voor en dat gaan we samen doen in de komende 20 jaar.”
Samen met bewoners
Tanja Jadnanansing, stadsdeelvoorzitter van Zuidoost, vult de introductie van Rombouts aan door aan te geven 'dat bij de bewoners al veel ideeën opgehaald zijn'. Het idee is om dat nog veel meer te doen, zij ziet ook veel betrokkenheid van bewoners. In navolging van de betrokken ambtenaren is de essentie volgens haar 'vinden, verbinden en versterken'. “We moeten niet te veel focussen op problemen, de mensen zijn het probleem niet. We werken samen aan een aanpak en dat is een levend document, dat kunnen we in de tijd ook aanpassen. We zijn lerend met elkaar.”
De woorden van Jadnanansing kunnen op een kritische reactie van Jerry Afriyie, bekend van Kick Out Zwarte Piet maar ook dichter en bewoner van Zuidoost, rekenen. “Twee keer eerder is er een poging gedaan de buurt op te krikken maar de bewoners zijn ingezet als pionnen. Zolang de bewoners geen zeggenschap hebben over hun eigen leven en toekomst dan ben ik pessimistisch over deze aanpak. Ik denk dat het te licht wordt opgevat. In de mensen zie ik veel verborgen schoonheid. Mooie ideeën die het daglicht nooit hebben gezien. Het kost tijd, terwijl de gemeente staat te popelen om aan de slag te gaan. Ik vind dat er een bewonerscommissie moet komen die de plannen goedkeurt. De betrokkenheid van bewoners is essentieel.”
Kennis van de buurt
Jadnanansing geeft aan dat het de intentie is ook echt samen met bewoners aan de slag te gaan. Zij geeft aan ook al direct resultaten te zien van bewonersinitiatieven die tot stand komen doordat bewoners 'een plek aan de tafel hebben'. Ze geeft ook aan: “dat een aantal mensen nog onvoldoende capaciteiten heeft om goed mee te doen. Het is mooi als we het Masterplan daarvoor in kunnen zetten. Het doel is met elkaar aan tafel te zitten in complete gelijkwaardigheid.”
Maar Afriyie is hiermee niet tevreden. ”We kunnen de bewoners niet langer teleurstellen. Het moet niet zo zijn dat wij als bewoners de codes moeten leren. Misschien moeten de mensen die de regels opstellen zich aan ons aanpassen om nader tot elkaar te komen.” Afriyie geeft ook aan dat 'de mensen aan de top van de woningcorporaties geen afspiegeling van de bevolking van Zuidoost zijn'. “Deze buurt kent zoveel trauma's, dan wordt het er niet beter op als je met dezelfde mensen aan tafel zit die het probleem hebben vergroot. De mensen die hierbij betrokken worden hebben juist kennis nodig om te begrijpen wat in de buurt gebeurt.”
Nieuw-West
Zuidoost is niet het enige stadsdeel dat op extra aandacht mag rekenen. Nieuw-West is volgens Marien de Langen, bestuursvoorzitter van Stadgenoot dat veel bezit heeft in dit stadsdeel, nog niet zo ver als Zuidoost. “Het voordeel is dat we meteen kunnen leren van de aanpak in Zuidoost.” Net als in Zuidoost zijn twee punten volgens hem van groot belang: “Van bovenaf iets bedenken en dat willen uitvoeren gaat niet werken. En ik herken ook het woord teleurstelling. Bewoners zijn teleurgesteld in de situatie waarin zij zich begeven. In 2010 is de wijkvernieuwing gestopt. Een veel gehoorde reactie nu is dan ook: 'eerst zien en dan geloven'.”
De Langen geeft aan moeite te hebben met het woord 'integraal' omdat dit volgens hem het risico in zich draagt dat alles een beetje en daardoor niet goed gebeurt. “Het gaat er juist om scherp te zijn op wat het allerbelangrijkste is.” Hij licht dat toe met een voorbeeld: “Jongeren in Amsterdam en zeker ook in Nieuw-West hebben het gevoel dat zij niet aan de beurt zijn. Laten we daarom eens beginnen om te kijken hoe we snel plekken kunnen vinden waar we jongerenhuisvesting kunnen realiseren. Dat geeft vertrouwen dat er echt iets gebeurt.” Overigens ziet De Langen niet alleen kansen voor jongeren uit Nieuw-West. “In de Lodewijk van Deysselbuurt of de Couperusbuurt zijn we wel al een eind op streek met de vernieuwing. Daar vervangen we bestaande woningen door veel meer woningen. Dat zijn goede woningen voor mensen uit Nieuw-West én uit andere delen van de stad.”
Oost
In stadsdeel Oost bestaan geen plannen om een wijkaanpak nieuwe stijl op te zetten. Firoez Azarhoosh, bewoner van en al jarenlang actief als stadmaker in de Indische Buurt, zegt jaloers te zijn op Zuidoost. “Wij moeten alles zelf doen. We zijn in de buurt bezig met educatie, zorg, media, middelen voor acute nood, noem maar op.” Ook al is de Indische Buurt al jaren in de lift, het is zeker niet zo dat alle bewoners van de buurt hun positie hebben zien verbeteren. “Hadden wij maar een Masterplan waarmee we ons gezamenlijk op konden tillen naar een ander niveau.” Tegelijkertijd geeft Azarhoosh aan het wel eens te zijn met de kritiek van Afriyie, die hij meteen in vier punten samenvat: “Hij zegt: de kwaliteit en het uitgangspunt van professionals moet goed zijn; het democratisch systeem werkt onvoldoende want er is te weinig inspraak; maak echt gebruik van lokale resources en voorkom window dressing want anders ben je een toekomstige teleurstelling aan het organiseren.”
Azarhoosh pleit niet alleen voor een Masterplan voor alle betrokken instellingen, maar ook voor een apart Masterplan waarvan de inzet de betrokkenheid van bewoners is. Daarbij geeft hij ook mee dat het belangrijk is om budgetten flexibel te houden. “Dat geeft de vrijheid in te spelen op actualiteiten. En let er op dat het geld ook echt bij de bewoners terechtkomt. Bewoners hebben vaak het gevoel dat alleen de restjes naar de bewoners gaan.”
Tips voor Amsterdam
Reinout Kleinhans, stadsgeograaf en universitair hoofddocent aan de TU Delft, is gevraagd een kritische reflectie te geven op de manier waarop de wijkaanpak nieuwe stijl tot dusverre wordt ingezet in Amsterdam. “De terminologie die gebruikt wordt, zoals 'bewoners betrekken' en 'het ophalen van ideeën' kan denk ik tot teleurstelling leiden. Ik ben het eens met Jerry Afriyie dat gelijkwaardigheid heel belangrijk is. De betrokken professionals hebben allemaal een baan, er moet budget naar de bewoners toe. Zij moeten denk ik gefaciliteerd worden om deskundigheid in te huren die zij zelf niet hebben maar wel nodig hebben in het proces.”
Kleinhans wijst er ook op dat het goed is een aantal doelen te formuleren, maar vooral in te zetten op het proces. Daarbij is het uitermate belangrijk dat dit proces ook door kan gaan als de politieke wind in de stad verandert. Bovendien pleit hij ervoor de wijkprofessionals vooral te laten doen wat ze al doen en te helpen dat zo goed mogelijk te doen. “Ze hebben vaak al veel op hun bord en het helpt niet als er dan nog meer bijkomt.”
Marco Pastors, directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) is het in grote lijnen met Kleinhans eens. “Het is goed om echt de tijd te nemen voordat je begint. En dat is geen schande want in Rotterdam zijn we ook anderhalf jaar bezig geweest voordat alle partijen hun handtekening hebben gezet.” Pastors geeft daarnaast mee dat in zijn ervaring bestuurders en bewoners het heel vaak eens zijn. “Eigenlijk wil iedereen dat kinderen het goed doen op school en dat er meer kansen zijn op werk.”
Een ander punt is dat het NPRZ niet het enige programma is dat invloed heeft op Rotterdam Zuid. “Wij hebben hier ook lokale woonvisies, regionale zorgafspraken, nieuwe collegeprogramma's noem maar op. Het gaat er om dat er een paar dingen zijn die we met elkaar hebben afgesproken. Het gaat erom daar aan vast te houden en dan hoef je je ook niet overal mee te bemoeien.” Die sleutelonderwerpen zijn: kinderen 10 uur per week extra naar school, als jongeren een diploma hebben gehaald zijn ze verzekerd van werk, mensen met een uitkering aan het werk helpen en zorgen dat de woningvoorraad verbetert. Pastors noemt de Rotterdamwet daarbij ook als belangrijk middel: “Als een woning vrijkomt, zorg er dan voor dat daar iemand komt wonen die al werk heeft en geen extra problematiek voor zichzelf en de buren met zich meebrengt.”
Jadnanansing geeft aan graag eens met Pastors verder te praten, onder meer over de extra schooluren voor kinderen en hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Net als Rombouts neemt zij de tips en de kritische kanttekeningen mee in het proces dat in Zuidoost wordt ingezet. Rombouts: “Ik denk dat je echt moet kiezen en dat is ook de intentie. Het Masterplan heeft nog focus nodig. Daarin belangrijk zijn denk ik de extra uren op school in het primair én voortgezet onderwijs. En het gaat ook om kiezen wat je even niet doet.”