Het miljard dat het kabinet ter beschikking stelt om de woningmarkt aan te jagen, kan het beste worden ingezet in de vorm van een bouwpremie voor gemeenten. Dit meldt NVB Bouw op basis van onderzoek naar de Van der Laan-regeling uit 2009. “Door gemeenten te belonen die woningbouwlocaties aanwijzen, zetten we het miljard effectief in op het grootste probleem van vandaag: het gebrek aan locaties waar snel woningen gebouwd kunnen worden”, aldus Piet Adema, voorzitter van NVB Bouw.
Het kabinet wil de bouwproductie stimuleren door vanaf 2020 vier jaar lang 250 miljoen euro beschikbaar te stellen aan gemeenten in schaarstegebieden. Volgens NVB Bouw is een belangrijk knelpunt het ruimtelijk beleid van gemeenten. Die staan vaak kritisch tegenover nieuwe, grotere nieuwbouwontwikkelingen en zien te weinig voordelen om de woningbouw te versnellen.
Hierom bepleit NVB Bouw een premieregeling voor de nieuwbouw van woningen. De nieuwbouwpremie moet dan de vorm krijgen van een subsidie voor het creëren van nieuwe harde plancapaciteit, die grotendeels aan gemeenten wordt uitgekeerd bij oplevering van de woning. Door de premie aan de gemeente bovendien vrij besteedbaar te maken, kan de premie worden gebruikt om korting aan koopstarters te geven of juist om extra ambtelijke capaciteit te creëren.
Het plan van de brancheorganisatie is gebaseerd op de in 2009 geïntroduceerde ‘Van der Laan-subsidie’. Toenmalig minister Van der Laan stelde 351 miljoen euro beschikbaar om te voorkomen dat de woningbouw stil zou vallen. Deze subsidie bleek een groot succes. Het bedrag werd binnen een jaar uitgegeven en versnelde de start van de bouw van 73.000 woningen. “Door de premie te koppelen aan de huur- of koopprijs van de nieuw gerealiseerde woning, zou het kabinet zelfs kunnen stimuleren dat het gewenste type woningen wordt neergezet”, merkt Adema op.