De provincie Noord-Holland is te optimistisch over de woningbouwproductie de komende jaren. Dat stelt de Burgerinitiatiefgroep (Dreigend) Woningtekort. Er zijn volgens deze oudgedienden uit politiek en volkshuisvesting meer 'harde' locaties nodig dan er nu zijn om voor 2025 het huidige tekort in te lopen. Bovendien is het zeer twijfelachtig of alle bestaande harde plannen wel tijdig gerealiseerd worden. De burgerinitiatiefgroep pleit voor onderzoek naar de status van alle bouwplannen. Zij zal dit voorstel inbrengen bij de behandeling van de Provinciale Omgevingsvisie op 19 november.
De burgerinitiatief bestaat uit Maarten Egmond (ex directeur Wonen, Amsterdam), Jan Bolhoeve (ex-directeur Eigen Haard), Arthur Verdellen (voormalig woningbouwregisseur Amsterdam), Jan Bezemer (ex-lid van Provinciale Staten) en Jos Feijtel (ex-burgemeester en ex-bestuurder van Woonplus Schiedam). Ze prijzen de provincie en de MRA voor het opvoeren van het aantal bouwplannen en -locaties. Dat het bijna allemaal binnenstedelijke locaties zijn vinden ze op zich een goede zaak. "Ook wij vinden dat daaraan voorrang moet worden gegeven. Echter alle extra binnenstedelijke locaties zijn nog “zacht”. Bij veel, ook al eerder opgesomde, zachte locaties zal het nog heel wat jaren duren voordat deze zijn omgevormd naar harde locaties. En dan nog: ook voor locaties waarvoor een hard bestemmingsplan is vastgesteld, kan het volgens onderzoek van het Kadaster soms jaren duren voordat er gebouwd wordt. En zelfs als er bouwvergunningen zijn verstrekt betekent dat nog niet altijd dat er gebouwd wordt. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (juni 2018) blijft ook dan nog 10 procent onbebouwd."
Ze zijn daarom zeer bezorgd wat er terecht gaat komen van alle bouwambities. Ze willen daarom de provincie en MRA ertoe bewegen veel nadrukkelijker de vinger aan de pols te houden. Men wil allereerst voor 1 juli 2019 onderzoek laten doen naar de stand van zaken bij alle woningbouwlocaties uit de Monitor Woningbouw 2018 van de provincie NH/MRA. Zo'n onderzoeksopdracht zou moeten uitgaan van MRA, provincie én het Rijk.