Amsterdam heeft de afgelopen vier jaar bijna 27.000 woningen in aanbouw genomen. In 2017 is met de bouw gestart van 7.264 woningen. Daarvan valt 35 procent in de gereguleerde sector (huur <711 euro) en 16 procent in het middeldure segment (huren €710-€971). Gemiddeld zijn er afgelopen collegeperiode jaarlijks circa 6.500 woningen in aanbouw genomen. Ter vergelijking: over de periode 1994-2017 zijn er gemiddeld iets meer dan 4.000 woningen per jaar in aanbouw genomen.
Wethouder Bouwen Laurens Ivens: ‘Sinds de jaren ’80 is de productie van woningen niet zo hoog geweest als afgelopen bestuursperiode. Ik ben enorm trots op iedereen die heeft bijgedragen aan dit resultaat. De stad schreeuwt om woningen. Ondanks deze hoge productiecijfers zien we de prijzen in de markt echter stijgen. Alleen bijbouwen is dus niet genoeg.’
Ivens benadrukt het belang om ook in de regio meer woningen te bouwen. Amsterdam zet daarom in op meer samenwerking met regiogemeenten. De samenwerking in de Metropoolregio is het afgelopen jaar versterkt. De gemeenten in de MRA hebben zich ten doel gesteld van 2017 tot en met 2020 zo’n 60.000 woningen in aanbouw te nemen. Dat is 20.000 meer dan in de oorspronkelijke plannen. Het perspectief is dat de overige 32 gemeenten van de MRA op termijn bijna de helft van de nieuwbouwproductie in de metropool realiseren.
Het huidige college had zich bij de start vastgelegd op een minimale productie van 5000 woningen per jaar. Die doelstelling is ruim gehaald. Recent is vastgelegd de nadruk te leggen op de productie van betaalbare woningen voor mensen met een laag (40%)of gemiddeld inkomen (40%). Dat is de formule 40-40-20 uit de Woonagenda.