Wethouder Lodewijk Asscher heeft geen blauwdruk in zijn hoofd. Wel moet de ‘drablaag van ranzigheid’ wijken voor een buurt met veel meer variatie. Ook gewone Amsterdammers zullen de Rosse Buurt straks weer willen aandoen. De overheid krijgt daarbij hulp van de corporaties, die strategische vastgoedaankopen doen. De seksindustrie maakt plaats voor designhotels, theaters, winkels en woningen.
NV Stadsgoed |
Stadsgoed is een volledige dochteronderneming van woningbouwvereniging Het Oosten. Het bedrijf werd eind jaren negentig opgericht voor de aankoop van onroerend goed met criminogene bestemmingen. Stadsgoed kocht vorig jaar twintig panden met in totaal 55 zogeheten ramen op de Oudezijds Achterburgwal van seksbaron Charles Geerts. Eerder kocht Stadsgoed op verzoek van de gemeente bijna alle bordelen op de Geldersekade. En nam het de Amstel-driehoek over van een grote vastgoedhandelaar. Verder bezit Stadsgoed clusters van gebouwen in de Vijzelstraat en op de Nieuwendijk. Ook het Mercurius-gebouw aan de Prins Hendrikkade behoort tot de portefeuille. Het vastgoedbezit omvat een mix van geliberaliseerde, sociale huur- en groepswoningen en een zeer divers geheel aan bedrijfspanden: restaurants, coffeeshops, bordelen, darkrooms, hostels, hotels en opslagruimten. Het werkgebied beperkt zich tot de binnenstad van Amsterdam. |
Drijvende kracht achter deze aanpak is PvdA-wethouder Lodewijk Asscher van Economische Zaken. Een moraalridder? Volgens Asscher is ingrijpen hard nodig. “Het Wallengebied is nu één grote drablaag van ranzigheid. Als je over de Oudezijds Achterburgwal wandelt en je kijkt naar boven, dan zie je één van de mooiste binnensteden van Europa. Maar kijk je op straatniveau, dan is er alleen schreeuwerige ranzigheid. Dat is op zich nog niet zo erg, maar in het Wallengebied is ook een criminele infrastructuur ontstaan. Het gebied wordt beheerst door de verkeerde mensen, met het verkeerde gedrag, met het verkeerde geld. Dat moet ophouden.”
Het verjagen van de criminaliteit is zijn morele vertrekpunt. “Mijn inspanning richt zich allereerst op het verjagen van de criminaliteit. De overheid is de baas. Wij laten de ontwikkeling van de stad niet over aan de verkeerde types, maar veroveren de Wallen terug. Zodra ons dat lukt, dan zal ruimte ontstaan voor nieuwe initiatieven. Dan kan de buurt weer levendig worden.” Van dreigende saaiheid wil Asscher niet horen. “Amsterdam heeft geen saaie buurten, misschien met uitzondering van Buitenveldert.”
Geerts-panden
De gemeente doet daarbij een beroep op de woningcorporaties. Vorig jaar heeft NV Stadsgoed van corporatie Het Oosten al voor 25 miljoen euro twintig panden in het hart van het Wallengebied overgenomen van pornokoning Charles Geerts. Een dochteronderneming van Ymere neemt voor 6,6 miljoen euro vijf panden over van vastgoedhandelaar Dirk Holtman aan het Oudekerksplein en in de Warmoesstraat. Andere transacties zullen volgen, zo verwacht Asscher. “We hebben geleerd van de Zeedijk. Bonafide eigenaren vormen een belangrijk instrument om een buurt weer in handen te krijgen. Bovendien moet de nieuwe eigenaar gevoel hebben voor maatwerk. Dan ligt het voor de hand een beroep te doen op onze corporaties. Zij hebben een maatschappelijke taak, zij hebben verstand van beheer en het zijn bonafide partijen.”
Wij veroveren de Wallen terug |
Wat gaat er met de voormalige panden van Charles Geerts gebeuren? Ronald Wiggers, directeur van Stadsgoed, heeft de voormalige prostitutieramen voorlopig beschikbaar gesteld aan jonge modeontwerpers. Zestien ontwerpers zorgen komend jaar voor Red Light Fashion Amsterdam. In de tussentijd wordt gewacht op de door de gemeente te ontwikkelen visie op het gebied. Pierre van Rossum, voorheen projectmanager Zuidelijke IJ-oevers, is door de gemeente aangewezen om dat proces te leiden.
Mode naast seks
Nog voor de zomer, zo denkt Asscher, zal de gemeente duidelijk maken welke bestemming waar gestalte moet krijgen. “Ik heb geen specifieke blauwdruk in mijn hoofd, maar we zullen wel aangeven waar we welke functies graag zien. We zullen ook duidelijk maken welke panden nog naar een nieuwe eigenaar moeten overgaan. En in welke straten welke functies moeten verdwijnen. Daarbij gaat het er vooral om de dominantie van één bepaalde branche te doorbreken. Verder stellen we criteria voor de nieuwe invulling. Zo kan ik me voorstellen dat binnen de buurt specialisatie ontstaat. Buurtjes binnen buurtjes. Delen met veel mode, veel uitgaan, veel seks. Zodat een wijk ontstaat waar meer mensen van kunnen profiteren.”
Veel seks, dus prostitutie? Wiggers van Stadsgoed vindt dat de Rosse Buurt moet blijven bestaan: “Tenminste als het gaat om gelegitimeerde, legale bedrijvigheid. Dat kan op allerlei manieren. Door het handhaven van ramen en door het toelaten van andere vormen van seksinrichtingen. In aanvulling daarop zoeken we naar hoogwaardige bedrijvigheid. De basisstructuur is voorhanden om functies met elkaar te mengen. In een Vinex-wijk lukt dat niet, maar in deze oude buurt kan dat heel goed.”
Hij denkt onder meer aan musea. “Ik ben met museum Amstelkring in gesprek over uitbreiding van Onze lieve heer op zolder. Hoe het verder allemaal gaat worden, dat weten we nog niet. Als er maar een gemengd gebied ontstaat. Een gebied dat voor alle Amsterdammers weer aantrekkelijk is.”
Stadsgoed heeft geen problemen met de verhuur van prostitutiepanden |
Stadsgoed heeft geen ethische problemen met de verhuur van prostitutiepanden. “De gemeenteraad heeft ons gevraagd te onderzoeken of een alternatieve wijze van bordeelexploitatie tot de mogelijkheden behoort. Met de belangenvereniging van prostituees onderzoeken we de mogelijkheden van een opzet, waarbij Stadsgoed de eigenaar van de ramen blijft. Maar de prostituees sluiten een overeenkomst met een ideële stichting. Deze stichting voert de gesprekken met de vrouwen, bekijkt of ze een paspoort hebben, vraagt of ze over woonruimte beschikken en controleert de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het Sofi-nummer. Ook biedt deze stichting de betrokken vrouwen een bewustwordingscursus aan. Zij moeten goed weten waar ze aan beginnen. Op deze manier denken we economische uitbuiting en de aanwezigheid van pooiers tegen te kunnen gaan.”
Het tegengaan van uitbuiting van vrouwen is voor Wiggers niet meer dan logisch. “In dit soort buurten kunnen we niet alleen naar het vastgoed kijken. We leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van een gebied. Dan is het van belang te kijken naar de andere actoren in het gebied. Op de Wallen bestaat veel ophef over uitbuiting. Als wij ervoor kunnen zorgen dat de exploitatie van bordelen op een andere manier geschiedt, dan vind ik dat we daar medewerking aan moeten verlenen. De gemeente kan dat niet. Commerciële bedrijven doen dat niet. Organisaties uit het speelveld van publiek en privaat kunnen dat wel.”
Spectaculaire designhotels
Daarnaast denkt Wiggers aan allerlei vertier. Hij maakt een vergelijking met het Paleis van de Weemoed op de Oudezijds Voorburgwal. “Dat is ook een pand van ons. Er worden nostalgische shows gepresenteerd. Verder valt te denken aan de komst van restaurants van naam en goede winkels. Het is een buurt waar veel toeristen komen. Veel ondernemers hebben belangstelling daar specifieke producten te gaan verkopen. De afgelopen tijd hebben al tussen de tweehonderd en driehonderd partijen interesse voor een pand getoond.”
Ook hotelexploitanten tonen interesse in vestiging op de Wallen. ”De belangstelling gaat van backpackers-hotels tot luxe 5-sterrenkamers en spectaculaire designhotels. De bouw van een hotel is niet echt makkelijk. Het plaatst ons voor grote bouwtechnische problemen, maar in de binnenstad hebben we dat vaker gedaan. In een lastige klus schuilt ook een uitdaging,” aldus Wiggers
Verder kan het woningbestand toenemen. Er wonen nu circa drieduizend mensen in het kleine stukje oude stad dat de beide Burgwallen beslaat. “In de panden van Charles Geerts bevinden zich 35 tot veertig woningen. Deze waren voorheen in gebruik als woonruimte voor prostituees. Die woningen gaan terug naar de sociale huursector. Op de Achterburgwal hebben we de afgelopen jaren ook andere panden aangekocht. Die gaan we eveneens herontwikkelen. Daardoor wordt het mogelijk tientallen woningen aan de woningvoorraad toe te voegen.”
Staphorst aan de Amstel
Bewoners al redelijk tevreden |
De Wallen-bewoners zelf zijn redelijk tevreden over hun buurt, blijkt uit de enquête Wonen in Amsterdam 2007 (WiA). Het totaal rapportcijfer is 6,8 voor de bewoners van de Oudezijds en 7,5 voor die van de Nieuwezijds, tegenover 7,2 voor Amsterdam in totaal. Waar de Wallen-bewoners vooral over klagen is de overlast van groepen mensen, horeca en criminaliteit. En ook het tekort aan parkeer- sport- en speelvoorzieningen en scholen zijn minpunten. De prostitutie ervaren de bewoners zelf niet als een groot probleem. |
Lodewijk Asscher is niet verbaasd. “Er zijn verschillende groepen bezwaarmakers. Allereerst zijn er de mensen die belang hebben bij het voortbestaan van de seksbranche. Het is logisch dat zij zich tegen de veranderingen verzetten. Hun protest is volstrekt verklaarbaar.”
Dan is er volgens de wethouder een groep die bang is voor de effecten. “ Verschillende ondernemers stellen zich de vraag of er in de toekomst nog wel voldoende mensen naar de Wallen zullen komen. Ik begrijp die zorg. Het is ook een zorg die we de komende maanden kunnen wegnemen.”
Niet op de laatste plaats moet Asscher opboksen tegen progressieve opinieleiders die spreken over Staphorst aan de Amstel. “Columnist Jan Blokker noemde mij in NRC Handelsblad de grote verpreutser. Hij wil niet wonen in een kuisheidsgordel. Een libertaire grachtengordelachtige, quasi tolerante groep zegt: het Wallengebied is fantastisch. Amsterdam is beter dan de rest van de Wereld. Dat sentiment begrijp ik wel. Dat idee had ik ook toen ik nog niet over het gebied had nagedacht. Die mensen moeten we beter duidelijk maken wat er echt aan de hand is. Dan zullen ze minder geneigd zijn te vechten voor het behoud van de oude Wallen.”
Risico’s andere wijken
Heeft de gemeente zich niet te lang afzijdig gehouden? “We waren eerder niet bij machte daar iets aan te doen. Natuurlijk hebben we de problemen eerder gesignaleerd. Maarten van Traa heeft ons al in 1996 voorgehouden dat de buurt in de greep raakt van criminele organisaties. Maar er is ook een sterke stroming die zegt: criminaliteit heeft daar altijd gezeten. Het Wallengebied is niet te veranderen. Dat beeld weten we nu te doorbreken. Met de hulp van partijen als Stadsgoed laten we zien dat het anders kan.”
Dat de strijd tegen criminelen vervolgens risico’s geeft voor andere kwetsbare wijken in de stad, zal Asscher niet tegenspreken. “Dat gevaar is er altijd. Er is altijd een risico dat bepaalde ongewenste activiteiten zich verplaatsen. Voor raamprostitutie is dat niet zo makkelijk, maar het zwarte geld zal ergens anders worden witgewassen. Daar moeten we dus heel alert op zijn. Aan de andere kant: is dat een reden om alles bij het oude te laten? Dan zeg je: de criminelen hebben voor altijd gewonnen op de Wallen.”
Volgens Wiggers heeft Stadsgoed nu voldoende bezit om het verschil te maken. “We bezitten de belangrijkste panden op de Oudezijds Achterburgwal. Die verkopen wij nooit of te nimmer. Anders kunnen we de grip op een gebied niet vasthouden. Daarmee kunnen wij garanderen dat er niet snel activiteiten terugkeren, waarvan de overheid later weer constateert dat er toch weer sprake is van criminaliteit.”
Wiggers weet zich gesteund door het Integraal Burgwallen Overleg: een werkvergadering van bewoners, belanghebbenden, ondernemers in verschillende branches, politieagenten, ambtenaren en bestuurders. Zij zoeken in dat overleg gezamenlijk naar oplossingen voor het gebied. In hun jongste rapport breken zij een lans voor de menging van functies in het gebied. Er is daarnaast behoefte aan upgrading. Beter een goede nachtclub, dan wat smoezelige speeltjesetalages. Liever een goed verzorgde seksclub, dan kamertjes om de hoek.
De directeur van Stadsgoed verwijst naar New York:. “Het meat pack district heeft de afgelopen jaren een geweldige transformatie ondergaan. Er is een kleurrijk gebied ontstaan. Het is nu een wijk veel leuker dan Fifth Avenue. Ik hoop dat we dat aan de Wallen ook voor elkaar krijgen. Maar dan wel met behoud van de prostitutie, want die is in dat deel van New York helemaal verdwenen.”
Bert Pots