Onder het motto ‘geen cultuur zonder subcultuur’ ging in 1999 het Amsterdamse Broedplaatsproject van start. Aanleiding was de teloorgang van verschillende woon/werkpanden. Tal van initiatieven bloeiden op, met als paradepaardje het NSDM-terrein in Noord, maar de ambities werden getemperd door botsende wet- en regelgeving en concurrentie van de ‘vrije markt’. Het streefaantal betaalbare woon/werkruimtes blijkt nauwelijks haalbaar, tenzij er op zijn Nederlands wordt gedoogd.
Begin 1998 werden de gekraakte en tot culturele vrijplaats omgetoverde graansilo’s bij de Westerdoksdijk ontruimd. Vrieshuis Amerika aan de Oostelijke Handelskade en de Kalenderpanden ondergingen hetzelfde lot. Protest steeg op; zonder vrijplaatsen zou Amsterdam doodbloeden, de stad zou ‘veryuppen’ en er werd gevreesd voor een culturele exodus. Het Amsterdamse gemeentebestuur toonde zich gevoelig voor deze argumenten. Samenwerking tussen de Stedelijke Woningdienst, de dienst Ruimtelijke Ordening en de Stichting Woon-Werkruimten voor Kunstenaars (SWWK) leidde tot BroedplaatsAmsterdam.
Voorlopig mikt het Projectmanagementbureau op de realisatie van veertienhonderd tot tweeduizend woon/werkruimten in 2005. De taakstelling is de afgelopen jaren echter niet gehaald. Woordvoerder Ad Jan van Gelderen: “De meeste projecten zijn complex en vergen een lange voorbereidingstijd. Bovendien is er veel concurrentie; geschikte panden zijn vaak ook interessant voor projectontwikkelaars. Alleen panden die een maatschappelijke bestemming hebben zijn niet in trek bij de commerciële markt . Maar die liggen niet voor het oprapen.”
Wat de realisatie nog lastiger maakt zijn botsende wet- en regelgevingen. “De wetgeving staat de combinatie van wonen en werken niet overal toe. In industriegebieden heb je te maken met milieuwetgeving, waardoor er niet gewoond mag worden. Op andere plaatsen heb je te maken met veiligheidseisen. Van ons mag alles, maar Bouw- en Woningtoezicht of het Havenbedrijf kunnen besluiten dat er gehandhaafd moet worden. Hierdoor is het erg moeilijk om woon/werkpanden te realiseren. Waarschijnlijk wordt Marcusstraat 52 in Oost het enige nieuwe pand waar op korte termijn die dubbelfunctie te realiseren is, omdat het bestemmingsplan dat toelaat.”
‘Krakers van industriële panden hebben niets aan een pietluttige broedplaats’ |
Het is aan de stadsdelen zo’n bestemmingsplan te wijzigen. “Maar wij kunnen de stadsdelen niets door de strot duwen. Stadsdelen Noord en Westerpark willen zich graag profileren op het culturele vlak, maar andere staan een stuk minder open voor dit soort initiatieven of er is gewoon geen ruimte,” weet Van Gelderen.
Voor het voormalige schoolgebouw in de Marcusstraat konden gegadigden zich onlangs inschrijven. Er zijn inmiddels 43 inzendingen binnen. Een van de plannen komt van de antikrakers die het pand al jaren in gebruik hebben. Dat een aantal van hen zal moeten verkassen is volgens Van Gelderen ‘all in the game’. “We willen de panden beschikbaar maken voor iedereen. En dus zullen de huidige gebruikers net als ieder ander een plan moeten indienen en aan de criteria moeten voldoen.”
Veertig procent van de gebruikers van een woon/werkpand dat met subsidie uit het broedplaatsproject wordt gerealiseerd, moet voldoen aan de SWWK-norm. Ze moeten onder meer professioneel kunstenaar zijn en hun inkomen moet onder de ziekenfondsgrens voor zelfstandigen (19.650 euro) liggen. De overige zestig procent van de bedrijvigheid moet ‘aan kunst gerelateerd zijn’. Van Gelderen: “Dat kan dus van alles zijn. Waar we in elk geval voor moeten waken is dat zich commerciële bedrijven vestigen in die panden, waarvan de huren ver beneden het marktconform niveau liggen. Maar verder zijn de gebruikers vrij om te doen en te laten wat zij willen in een gebouw.”
De ontwikkeling van het NSDM-terrein in Noord (in totaal dertigduizend vierkante meter) is het paradepaardje van het broedplaatsproject. Stichting Kinetisch Noord heeft onlangs een ambitieus bedrijfsplan ingediend dat van het complex een cultureel bolwerk moet maken. Het wordt momenteel op technische haalbaarheid beoordeeld door het Projectmanagementbureau. BroedplaatsAmsterdam heeft 6,5 miljoen euro uitgetrokken voor de bouw van de casco’s voor ongeveer 150 werkplekken, voor film- en theaterzalen en de infrastructuur in de enorme loods op de voormalige scheepswerf. Daarnaast heeft de centrale stad nog eens 4,1 miljoen euro krediet verleend aan het stadsdeel voor renovatie van het dak en de buitenmuren. De rente van dat krediet wordt in de vorm van huur opgebracht door de gebruikers.
Sinds 1999 zijn er 350 nieuwe werkplekken gecreëerd en zijn bestaande werkplekken verbouwd met ‘broedplaatssubsidie’. In de Kraijenhoffstraat (Czaar Peterbuurt) is een bedrijfsverzamelgebouw gerealiseerd met onder meer zestien ateliers voor kunstenaars op de bovenverdieping. Verder staat Pakhuis Wilhelmina aan de Oostelijke Handelskade in de steigers. In de planning voor komende jaren staan veertig projecten (in totaal ongeveer achthonderd werk- en woon/werkplekken), waaronder gebouw De Heining in Westpoort, kunstplint Flat Florijn in Zuidoost en verzamelgebouw De Bonte Zwaan in Westerpark.
Vliegdekschip
Maik ter Veer was een van de vele krakers/kunstenaars die na ontruiming van de graansilo’s op aanraden van onder andere Duco Stadig (wethouder Volkshuisvesting) in 1998 naar het ADM-terrein in het Westelijk Havengebied vertrokken. Terwijl het getouwtrek om het lot van het terrein en zijn 125 bewoners onverminderd doorgaat, wordt deze maand (van 19 tot 21 september) het vijfde festival gehouden. Dit jaar is het politieke statement ‘Robo Sapiens’. Ter Veer: “Krakers worden als pionnetjes heen en weer geschoven tussen de gemeente en malafide projectontwikkelaars. Voor het gemak wordt nogal eens vergeten dat het mensen zijn die in die schimmige situatie verkeren. Diezelfde mensen die ervoor hebben gezorgd dat de graansilo’s - die nu worden bevolkt door onder anderen gemeentepolitici - er nog steeds staan. Met Robo Sapiens willen we de nadruk vestigen op het menselijke aspect.”
Het Projectmanagementbureau kan vooralsnog niets doen voor de toekomst van het ADM-terrein. Daarop rust namelijk een ‘havengerelateerde’ bestemming. Een optie is de aankoop van het terrein door Erik de Vlieger, eigenaar/ directeur van Imca-Vastgoed en Shipdock Amsterdam. Het laatstgenoemde bedrijf zou De Vlieger graag vestigen op het ADM-terrein. De Vlieger heeft zoals hij zelf zegt ‘sympathie voor de krakersbeweging’. De afgelopen jaren heeft hij enkele kraakpanden die in zijn bezit waren gelegaliseerd. Mocht het tot een deal komen met de huidige eigenaar (Bertus Lüske, die na de kraak met een knokploeg het terrein hardhandig probeerde te ontruimen) dan kunnen de krakers wat De Vlieger betreft in het bestaande gebouw blijven.
Een romantischer plan noemt De Vlieger de aankoop van een vliegdekschip uit 1946 dat nu nog in Brazilië ligt. “Het grootste obstakel is de vraagprijs, maar het zou fantastisch zijn om zo’n enorm schip aan de krakers in beheer te geven. Het dek alleen is al twee keer de Arena. Maar daar kunnen we voorlopig alleen maar van dromen.” Dit plan van De Vlieger staat Ter Veer zeker aan. “Zo’n enorm schip zou een prachtig alternatief zijn voor de krakers van industriële panden. Die hebben niks aan een pietluttige broedplaats. Daar kunnen we geen festival organiseren op de schaal waarop dat ook dit jaar weer gebeurt. We bieden een spectaculair programma met een aantal internationale primeurs. In de ‘normale wereld’ zou dit een miljoenenproductie zijn. Wij kunnen zo’n festival echter zonder subsidie organiseren, omdat de internationale theaterwereld solidair met ons is.”
Stichting Kinetisch Noord wil van het NSDM-terrein een groot cultureel bolwerk maken |
Ter Veer zat ook bij de besprekingen over de toekomst van het NDSM-terrein. Maar uiteindelijk zijn er nauwelijks ex-krakers uit de graansilo’s, het Vrieshuis en de Kalenderpanden bij dit megaproject betrokken. Ter Veer: “De mensen die daar nu plannen maken hebben handig gebruik gemaakt van het culturele krediet dat door de jaren heen in die vrijplaatsen is opgebouwd. Op zich is het prima dat er zoveel geld wordt uitgetrokken voor een culturele bestemming. De wijze waarop dat gebeurt druist echter in tegen de filosofie van de ADM-bewoners. Het lijkt er sterk op dat de mensen van het NDSM-terrein zich laten gebruiken voor grootstedelijke plannen van de politiek en door mensen als Joop van den Ende.”
In de Docklandshal op het NDSM-terrein zullen de komende jaren commerciële activiteiten plaatsvinden. Zo heeft Joop van den Ende de hal momenteel in gebruik voor het theaterspektakel De la Guarda. David Schild, zakelijk leider van Stichting Kinetisch Noord: “Met de inkomsten daarvan kan de projectorganisatie zichzelf betalen. Dat is namelijk niet in de subsidies inbegrepen. Die Docklandshal wordt over enkele jaren afgebroken en de stichting is alleen opgericht om het project aan te jagen. Wij zullen op een gegeven moment plaatsmaken voor een gebruikersvereniging die zichzelf in de cultuurloods moet kunnen bedruipen.”
De ontwikkeling van het NDSM-terrein is onderdeel van een grootstedelijk project. In de toekomst zullen er tevens woningen en bedrijven worden gevestigd. Voor dat plan is B.V. Durf opgericht waarin Kinetisch Noord, het stadsdeel, enkele woningbouwverenigingen en commerciële partners gaan samenwerken.
Ideologische waakhond
Naast het realiseren van nieuwe projecten subsidieert BroedplaatsAmsterdam ook enkele bestaande woon/werkpanden. Zoals de voormalige Filmacademie aan de Overtoom, die in 1999 na slechts zestien dagen leegstand werd gekraakt. Een deel van de krakers is afkomstig uit een gebouw op het OLVG-terrein dat eerder dat jaar werd ontruimd. In eerste instantie zou de Filmacademie (toen nog eigendom van Hogeschool Amsterdam) worden afgebroken om plaats te maken voor een fietspad.
Na lang overleg met de gebruikers heeft de gemeente het gebouw aangekocht. In 2001 kreeg de gebruikersvereniging Eerste Hulp bij Kunst een contract voor twee keer twee jaar. Ook wordt er ruim een miljoen euro geïnvesteerd om het gebouw onder meer brandveilig te maken. In de Filmacademie zijn veertien onofficiële woonappartementen. Verder zijn er een veganistisch restaurant, een film- en een theaterzaal en diverse werkruimten gevestigd.
Martijn Tellinga maakt muziek en organiseert concerten en festivals. Hij heeft vanaf het begin een ruimte in gebruik in het monumentale pand dat schuilgaat achter een robuuste voorpui. Dat de gemeente het pand heeft aangekocht en de vereniging een contract heeft gegeven vindt Tellinga prima. “Er zijn mensen in het gebouw die er anders over denken, maar ik heb er geen enkel bezwaar tegen, zolang we zelf maar mogen bepalen wat hier gebeurt. In eerste instantie wilde de gemeente ons een standaard bedrijfscontract laten tekenen, maar dat hebben we geweigerd. Dan bepaalt de gemeente wanneer je er uit wordt geschopt en heb je uiteindelijk geïnvesteerd in een slooppand. Bovendien mochten we dan geen evenementen voor het publiek organiseren.”
De gebruikers betalen tussen de tachtig en 120 euro huur per maand. Hiervan wordt ook het G.E.B. betaald. Geld voor nieuwe apparatuur wordt bij elkaar gespaard met de opbrengst van evenementen. Het laatste half jaar wordt hard gewerkt aan het opzetten van een professioneel podium voor film, kunst en muziek. Tellinga heeft er alle vertrouwen in dat het contract over vier jaar wordt verlengd. “Dat podium komt er en ik kan me niet voorstellen dat de gemeente zoveel investeert in een pand dat over vier jaar gesloopt wordt.”
Een ander gekraakt gebouw waar BroedplaatsAmsterdam in investeert is een voormalige drukkerij/school aan de Plantage Doklaan. Het gebouw is een labyrint van werkplaatsen. Verder is er een voormalige kerkzaal in het pand die nu voornamelijk dienst doet als tentoonstellingsruimte en er is een bakkerij en een niet-commercieel restaurant. In totaal werken er ongeveer 25 mensen. Tien krakers wonen ook in hun werkruimte, maar slechts drie van hen zijn officieel ingeschreven. Na ontruiming van de graansilo’s en de Houtkopersburgwal (Centrum) werd het pand begin 1998 gekraakt.
Glaskunstenaar Hessel Dokkum heeft een 23-jarige kraakcarrière achter de rug. “We wilden het nu een keer via de legale weg proberen. En dat is na anderhalf jaar getouwtrek gelukt. Het is wel even wennen. We hebben opeens eigenaarsverantwoordelijkheid en hebben te maken met veiligheidseisen en financiële beslommeringen. Maar ons gaat het uiteindelijk om de invulling. Die bepaalt of dit een vrijplaats is of niet.” Vrijplaats of geen vrijplaats, de beheersconstructie is tamelijk bureaucratisch. Stichting TOK behartigt de zakelijke kant, en een gebruikersvereniging regelt de dagelijkse gang van zaken. Om te voorkomen dat het project door interne ruzies uit elkaar valt zijn er drie externe leden aan de stichting toegevoegd. Tenslotte worden in een huisvergadering de definitieve beslissingen genomen. Die bureaucratie is volgens Dokkum nodig om de collectiviteit te handhaven, waarbij de stichting fungeert als ‘ideologische waakhond’.
De gemeente heeft het pand voor ruim anderhalf miljoen euro gekocht en het vervolgens doorverkocht aan de stichting voor een symbolische euro. De erfpacht bedraagt ruim dertigduizend euro per jaar en wordt door de gebruikers in de vorm van huur opgebracht.
Dat er officieel niet in het pand gewoond mag worden, spijt Dokkum zeer. “We willen dat alle ruimten multifunctioneel gebruikt kunnen worden. Dus wat nu als woonruimte wordt gebruikt, moet een volgende keer werkruimte kunnen zijn. Wanneer we de wooneisen toepassen moet woonruimte ook altijd woonruimte blijven. Dat is in strijd met hetgeen het broedplaatsenbeleid beoogt, namelijk diversiteit en flexibiliteit. Bovendien zijn onze eigen eisen ook niet zo hoog: er is één douche voor het hele gebouw, maar dat is voor niemand een bezwaar.”