Het economisch herstel leidt niet tot meer doorstroming in de sociale huursector in de Stadsregio Amsterdam. Het blijft daardoor onverminderd lastig om aan een sociale huurwoning te komen, zo blijkt uit de Rapportage Woonruimteverdeling 2015. En een kwestie van veel geduld: de gemiddelde inschrijfduur is bijna negen jaar en voor een woning melden zich vaak honderden geïnteresseerden.
De Rapportage Woonruimteverdeling wordt uitgegeven door de Stadsregio Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad. De cijfers betreffen verhuringen via WoningNet, aangevuld met gegevens van de corporaties WOV in Oostzaan en De Vooruitgang in Volendam. De WoningNet-cijfers geven geen volledig beeld; in 2014 verliep slechts 38 procent van alle nieuwe corporatieverhuringen via WoningNet. Het overige deel bestaat uit studentenverhuur, vrijesectorhuur, tijdelijke verhuur en directe bemiddeling. Het rapport is te downloaden van de sites van Stadsregio Amsterdam en de AFWC. |
Het aanbod aan sociale corporatiewoningen in de Stadsregio is deze eeuw dramatisch verminderd. Vanaf 2012 stabiliseerde de terugloop, maar het aanbod stijgt sindsdien ook niet. De voorraad loopt terug door verkoop en liberalisatie, weinig huurders verhuizen (mutatiegraad 4,3%), het aantal actief woningzoekenden neemt toe en de gemiddelde inschrijfduur die nodig is om een sociale huurwoning te bemachtigen is bijna negen jaar (8,7 jaar). Daarnaast gaan er weer meer woningen naar voorrangskandidaten, onder wie statushouders.
Starters op de woningmarkt zoeken actiever dan doorstromers. Starters zijn relatief jong, maar bij woningzoekenden die slagen ligt de gemiddelde leeftijd hoger en is het aandeel doorstromers groter. Want: hoe hoger de leeftijd, hoe meer inschrijfduur, hoe meer kans op een woning.
Om ook ‘spoedzoekers’ een kans te geven, is enige jaren terug het loten geïntroduceerd. Inmiddels wordt zo’n 12 procent van alle vrijkomende woningen verloot, althans van de corporaties die meedoen. Bij loting is het aandeel jongeren dat een woning vindt, groter. Dat de nood hoog is, blijkt wel aan het aantal deelnemers per loting: gemiddeld 1027. Op een reguliere vrijkomende woning reageren gemiddeld 208 woningzoekenden.
Statushouders
Het aandeel urgenten groeit weer, met name door de toename van het aantal statushouders. Deze nieuwe huurders zijn veelal relatief jong, alleenstaand en hebben weinig inkomen. Overigens neemt ook het aantal stadsvernieuwingsurgenten weer toe en stromen er meer mensen uit instellingen. In totaal ging een derde van de vrijkomende woningen naar urgenten.
Het aanbod aan sociale huurwoningen via WoningNet blijft sinds 2012 op ongeveer hetzelfde niveau.
Vele jaren wachten op een woning is normaal
Gemiddeld reageren er 208 woningzoekenden op een woning. De populairste gemeente is Landsmeer, direct gevolgd door Amsterdam.
Vrijkomende woningen gaan meer naar starters dan naar doorstromers. Dat is vooral in Amsterdam het geval (59%).
Het aandeel gehuisveste urgenten steeg met een kwart naar 33 procent
Het aandeel voorrangskandidaten groeit. Dat komt met name op het conto van de statushouders, maar ook de aantallen sv-urgenten en de uitstroom uit instellingen nemen toe.