Overslaan en naar de inhoud gaan
Top

Amsterdam na Dekker

Sinds begin september de voorstellen van Minister Dekker uitlekten, is de discussie over wat ‘De Grote Beweging’ is gaan heten, in alle hevigheid losgebarsten. Haar beleidsvoornemens bestaan uit drie pijlers: aanpassen van het huidige huurbeleid, verhogen van de nieuwbouwproductie en het op gang houden van de herstructurering, ondanks forse bezuinigingen. In de conceptvoorstellen krijgen verhuurders op termijn beduidend meer ruimte om huren te verhogen. In ruil daarvoor wil het rijk dat corporaties meer investeren in nieuwbouw en gaan meebetalen aan de huursubsidie. Gelijktijdig moet de betaalbaarheid van het wonen voor lagere inkomensgroepen overeind blijven.
Een kleine revolutie is het voornemen een kwart van de woningvoorraad te ‘liberaliseren’. Nu bestaat het aandeel vrijesectorwoningen uit een kleine vijf procent. Voor Amsterdam zou dit betekenen dat alle huurwoningen met een WOZ-waarde boven de 130 duizend euro naar de vrije sector gaan. Die wordt dan zo’n 90 duizend woningen groot. Voor die woningen verdwijnt de wettelijke huurprijsbescherming.
Aan de vooravond van de Kamerbehandeling groeit de kritiek op de plannen. Behalve de tegenstanders van het eerste uur, de huurdersorganisaties, spreken ook veel deskundigen zich kritisch uit. Huurdersorganisaties hebben de voorbije maanden flink actie gevoerd en ook de vier grote steden (G4) hebben zich de voorbije twee maanden suf gelobbyd om de plannen nog bijgesteld te krijgen. Terwijl de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties het voorstel van Dekker in grote lijnen steunt, is de corporatiesector landelijk flink verdeeld geraakt. Waarschijnlijk heeft de minister op het moment dat u dit leest haar definitieve voorstel naar de Kamer gestuurd. In een eerder stadium debatteerden een aantal lokale deskundigen onder leiding NUL20 over de consequenties van het nieuwe huurbeleid. Hoe gaat de Amsterdamse woonmarkt er na Dekker uitzien?

Fred van der Molen
Hoofdredacteur
fred@nul20.nl