De Zuiderkerkprijs is onlangs voor de vijftiende keer uitgereikt. Daarmee is het een van de langst bestaande prijzen voor woningbouw in het land. Tijd voor een terugblik.
Zie fotoserie van alle Zuiderkerkprijswinnaars
De Zuiderkerkprijs is vernoemd naar het gebouw dat lange tijd het epicentrum van de Amsterdamse woningbouw was. “Het was de plek waar je je urgentiebewijs op kon halen en waar je informatie kon krijgen over premiekoopwoningen. Bovendien werden daar bijvoorbeeld complete appartementen één op één nagebouwd,” zegt Sabine Lebesque, architectuurhistorica van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA). Bob van der Zande, woningbouwregisseur van het OGA, stond aan de wieg van de Zuiderkerkprijs, die in 1998 voor het eerst werd toegekend, juist vanwege de belangrijke rol die de kerk had in het debat over de woningbouw in de stad. “Het was in een tijd waarin het op tal van onderwerpen ín was om een prijs in te stellen, maar belangrijker was dat wij als gemeente minder grip hadden gekregen op de woningbouw, maar wel graag wilden laten zien wat we waardeerden in de stad.”
De belangrijkste bouwers in de stad, de woningcorporaties, waren halverwege de jaren negentig op eigen benen komen staan en opereerden sindsdien niet meer onder de absolute controle van de gemeente.
Die nieuwe situatie betekende ook dat de gemeente minder inzicht kreeg in de details van wat in de stad gebouwd werd. Lebesque: “Als de Zuiderkerkprijs wordt uitgereikt, presenteren we ook het Projectenboek met alle woningbouwprojecten, kantoren en voorzieningen, die in het afgelopen jaar in Amsterdam zijn opgeleverd. Dat is voor de architecten en opdrachtgevers gratis reclame en voor ons een manier om op detailniveau inzicht te krijgen in wat werkelijk gebouwd is. Dat geeft ons, indien nodig, de mogelijkheid om beleid bij te sturen.”
Niet alleen plannen
Lebesque is al ruim tien jaar verantwoordelijk voor de organisatie van de Zuiderkerkprijs, waarbij medewerkers van het OGA een voorselectie maken en een driekoppige, onafhankelijke jury uiteindelijk het beste woningbouwproject van het jaar kiest.
Hoewel die jury ieder jaar anders van samenstelling is en de nadruk anders kan leggen, zijn architectuur, stedenbouw, materialisering, plattegronden, duurzaamheid of programma steeds criteria geweest die de jury in haar oordeel betrekt.
In de beginjaren konden bouwplannen nog meedingen naar de prijs, maar omdat twee projecten nooit zijn uitgevoerd en omdat papieren plannen nooit het eindbeeld lieten zien, is na enkele jaren besloten voortaan alleen opgeleverde woningbouwprojecten mee te laten dingen. Lebesque: “Een winnende architect zei tegen mij: ‘een extra opdracht krijg ik er in deze tijd niet mee, maar ik hoef geen cv mee te sturen naar een opdrachtgever. Als je de prijs gewonnen hebt, zit dat wel snor.’” De vakwereld houdt kortom ieder jaar goed in de gaten wie de Zuiderkerkprijs wint.
Sinds uitsluitend opgeleverde gebouwen meedingen, bezoekt de jury alle projecten. Lebesque: “Door een gebouw en een woning te bezoeken, gaat ook een gevoel meespelen hoe mensen daar leven.” Dat geeft toch een andere ervaring dan de fraaie artist impressions die architecten uit hun computer laten rollen.
Naast de Zuiderkerkprijs zijn er nog twee andere prijzen gekomen om nieuwe prioriteiten in beleid te accentueren: de Geurt Brinkgreve Bokaal voor het beste herontwikkelingsproject en de Groene Speld voor het meest duurzame initiatief in Amsterdam.
Rode draad?
De Zuiderkerkprijs en het jaarlijkse Projectenboek zijn een manier voor de gemeente Amsterdam om een vinger aan de pols te houden in bouwend Amsterdam. Maar hoe ver reikt de invloed van zo´n prijs? Volgens Van der Zande moet dat niet overdreven worden. “Het is een manier om het besef van kwaliteit te stimuleren, om het gesprek daarover levend te houden. En om dat gesprek met een groot publiek te voeren.” Daarbij kan het zeker het geval zijn dat in een juryrapport harde noten gekraakt worden. Lebesque: “Een jaar of zes geleden merkte de jury onder leiding van Felix Rottenberg op dat in gemengde projecten de sociale huur steevast in de slechtste delen van het gebouw was gestopt. De dood van de sociale woningbouw, noemde hij dat toen. Het winnende gebouw van de Zuiderkerkprijs van 2012 bestaat voor honderd procent uit sociale huur. Het is een project om trots op te zijn, dat eer doet aan de volkshuisvestingstraditie van de afgelopen eeuw.” Forse kritiek kwam er ook op de bouw van woningen zonder buitenruimte toen dat volgens het Bouwbesluit niet meer hoefde, en het ontbreken van bergingen. “Het signaleren van dat soort zaken, helpt om het debat te voeren,” aldus Van der Zande.
Om een rode draad of ontwikkeling te vinden in de lijst van de vijftien winnaars van de Zuiderkerkprijs is welhaast ondoenlijk. Volgens Van der Zande gaat het om het grijpen van de tijdgeest, het is een momentopname. Toch kan over het algemeen gesteld worden dat de kwaliteit van de woningbouw in de stad verbeterd is en dat de tijd van de grote woningblokken voorbij is. “In 1999 won het toen nog niet gerealiseerde Hoop Liefde Fortuin van Rudy Uytenhaak, maar dat zou in deze tijd niet meer als winnaar uit de bus gekomen zijn, denk ik”, zegt Van der Zande. “Er is in de afgelopen jaren een neiging om de inpassing in een buurt meer te waarderen. Kijk maar naar de projecten van Marlies Rohmer, Geurst en Schulze en Tom Frantzen, en de manier waarop zij het gebruik van baksteen opnieuw hebben uitgevonden.”
Als het om die schaal gaat, speelt de rol van de gemeente en stadsdelen overigens ook mee. Daar zijn tussen stadsdelen best grote verschillen ontstaan, stelt Van der Zande vast. Daarnaast wegen jury’s de beschikbare middelen niet mee bij het aanwijzen van de winnaar. Dat zou tot een onmogelijk ingewikkelde rekensommen leiden. Bovendien is volgens Lebesque leidend “wat aan kwaliteit aan de stad wordt toegevoegd, en dat hangt – gelukkig maar - niet altijd van het bouwbudget af”. Het is opvallend dat Zuidoost als enige stadsdeel in vijftien jaar niet een keer de Zuiderkerkprijs heeft kunnen binnenslepen, ondanks de nominatie voor De Kameleon bij de laatste editie.
Geen crisisbouw
De kwaliteit van de woningbouw is het afgelopen decennium hoog gebleven, concluderen Lebesque en Van der Zande. Van der Zande: “Het Oostelijke Havengebied is een nieuwe weg ingeslagen, met gebouwen als Piraeus van Kolhoff, het opnieuw uitvinden van ‘een kleine schaal in een grote wand’ zoals op het Java-eiland en laagbouw in hoge dichtheid zoals op Borneo/Sporenburg is gebouwd. Die weg is afgelopen jaren verder gevolgd.”
Maar de vraag is welk effect de verdieping van de crisis heeft. “Dat minder gebouwd wordt is evident, maar de kwaliteit lijkt op hoog niveau te blijven. Ook in tijden van crisis is goede kwaliteit van belang, omdat de woningen anders niet verhuurd of verkocht worden.”
Kortom, hoewel de gemeente de Zuiderkerk heeft afgestoten als informatiecentrum, lijkt de gelijknamige prijs ook de komende jaren garant te kunnen staan voor hoogstaande woningbouwprojecten.
Meer foto's op www.nul20.nl/foto