Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Twintig jaar in grafieken
Amsterdam 2002 - 2023

Het eerste nummer van NUL20 kwam uit in maart 2002. In de twee decennia daaropvolgend is de stad ingrijpend veranderd. We laten de ontwikkeling zien aan de hand van een aantal grafieken.

Image

Er zijn heel veel woningen gebouwd

Dit jaar zakt voor de derde maal deze eeuw de Amsterdamse bouwproductie in, zo bleek uit de halfjaarcijfers (niet in de grafiek). In 2002 zaten we in een forse bouwdip en na de kredietcrisis in 2008 weer. Toch zijn er in die twintig jaar gemiddeld ruim 5.000 woningen per jaar in aanbouw genomen; en de laatste tien jaar zelfs 6.675.
Bron: Amsterdam, G&O.


Image

De bevolking groeide evenredig mee

De netto woningvoorraad groeide tussen 1 januari 2002 en 2023 met bijna 100.000 woningen, het aantal inwoners met bijna 183.000 inwoners. De gemiddelde woningbezetting varieerde in twee decennia dus niet erg: tussen de 1,98 (2011) en 1,92 (2021).
Bron: CBS


Image

Het aantal en aandeel corporatiewoningen nam af

Deze eeuw is het aandeel en aantal corporatiewoningen afgenomen door sloop en verkoop. Sinds 2022 neemt het aantal corporatiewoningen weer toe. Het aandeel corporatiewoningen neemt ook af omdat in nieuwbouwprogramma’s een minderheidsaandeel sociale huur zit, gemiddeld vanaf 2001 zo’n 34 procent.
Bron: WiA 2021.


Image

Tienduizenden corporatiewoningen werden verkocht

Na ‘de Brutering’ in 1995 sneuvelde het taboe op verkoop van corporatiewoningen. Corporaties moesten voortaan hun eigen broek ophouden. In Amsterdam werden in 1998 de eerste corporatiewoningen verkocht. De teller staat inmiddels op zo’n 31.500. Lang was het gros van die woningen betaalbaar voor middeninkomens tot anderhalf keer modaal. Vanaf 2016 is dat steeds minder het geval vanwege de oplopende woningprijzen.
Bron: AFWC


Image

Bewoners positiever over hun buurt geworden

Amsterdammers tonen zich in de tweejaarlijkse WiA-leefbaarheidsonderzoeken behoorlijk tevreden over hun eigen buurt. De gemiddelde waardering kwam in 2021 uit op een 7,6. Van 2001 tot 2011 zagen we jaar op jaar een toenemende tevredenheid; de enige onvoldoende voor Bos en Lommer (5,4 in 2001) verdween. In 2011 stabiliseerde dat op een 7,3. De sterkste stijging tussen 2009 en 2011 zien we in West (van 7,2 naar 7,4) en Nieuw-West (van 6,6 naar 6,8). Is dit het effect van de stedelijke vernieuwing en wijkaanpak?  Tien jaar later kunnen we vaststellen dat de waardering van Nieuw-West blijft steken.

Fred van der Molen