Overslaan en naar de inhoud gaan

Minister De Jonge maakt werk van het huisvesten van aandachtsgroepen

Image

Minister Hugo de Jonge heeft zijn actieprogramma 'Een thuis voor Iedereen' naar de Kamer gestuurd, het tweede van maar liefst zes programma’s onder de Nationale Woon- en Bouwagenda. 'Een thuis voor iedereen' richt zich op de huisvesting van aandachtsgroepen. Belangrijkste actiepunten daarin zijn de toevoeging van veel corporatiewoningen, streven naar minimaal 30 procent sociale woningen per gemeente en prestatieafspraken op regioniveau. Bovendien moet elke gemeente een integrale woonzorgvisie opstellen voor alle aandachtsgroepen en voor ouderen.

Velen zullen zeggen: beter laat dan nooit. Veel arbeidsmigranten leven immers in erbarmelijke omstandigheden, het leven van statushouders staat stil omdat ze de AZC's niet kunnen verlaten en dakloosheid is een groot structureel probleem geworden. Daarbij is ook voor steeds meer reguliere starters een eigen woning een onbereikbaar ideaal aan het worden.

Maar er waait onmiskenbaar een andere wind uit Den Haag. Wellicht voor het eerst heeft de overheid in beeld gebracht hoe groot de opgave is als het gaat om het huisvesten en begeleiden van wat 'aandachtgroepen zijn gaan heten. Het programma bouwt in grote lijnen voort op het gelijknamige adviesrapport 'Een thuis voor iedereen' dat juli 2021 verscheen. Daarin werd nog eens vastgesteld dat er grote tekorten zijn in de sociale woningbouw, woningcorporaties onvoldoende investeringsmogelijkheden hebben, zorgbudgetten achterlopen bij de toenemende zorgvraag, de leefbaarheid van wijken onder druk staat en de bestuurlijke samenwerking tussen overheden, woningcorporaties en zorginstellingen ernstig tekort schiet. 

Minister De Jonge committeert zich met zijn programma in grote lijnen aan de inzichten van het adviesrapport. In het regeerakkoord ging al een streep door de verhuurderheffing en werden stimuleringsregelingen voor de bouw van betaalbare woningen verlengd. De minister wil nu ook afdwingen dat elke gemeente corporatiewoningen toevoegt tot minimaal 30 procent van de voorraad; én ook een verordening opstelt die de voorrang regelt voor dak- en thuisloze mensen, uitstromers uit intramurale (zorg)instellingen of detentie en sociaal en medisch urgenten.

Voorzitter Martin van Rijn van Aedes reageert instemmend op het programma: "Dit is een kerntaak van de corporaties. (...) De minister bepleit dat 30 procent van alle woningen een sociale huurwoning moet zijn. Om dit percentage te halen zullen er bij nieuwbouw ook voldoende sociale huurwoningen gebouwd moeten worden. En in 30 procent van de vrijkomende woningen worden aandachtsgroepen gehuisvest, verdeeld over het hele land. Dat hier nu over is nagedacht, is al pure winst."

Hij wil nu ook boter bij de vis, zoals "concrete acties en concrete opdrachten zoals het aanwijzen van bouwlocaties waarop woningcorporaties échte sociale huurwoningen kunnen bouwen."