Het nieuwe beleid om een groter aandeel woningen voor middeninkomens te bouwen zal niet leiden tot betere toegang tot de woningmarkt. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de afgelopen week verschenen studie 'Woningmarktbeleid in Amsterdam'. Door afnemende doorstroming naar duurdere marktsegmenten is het positieve effect in het middensegment heel bescheiden. Terwijl de daarvoor vereiste subsidies omvangrijk zijn.
Het EIB becijfert vanaf 2019 een groei in het middensegment van gemiddeld 1.300 woningen per jaar. Ook neemt het aantal te bouwen sociale huurwoningen toe met 325 per jaar. Hiertegenover staat een afname met 1.625 woningen in het dure segment. "Afname van het aantal te bouwen nieuwe dure woningen gaat ten koste van doorstroming binnen Amsterdam", aldus het EIB. Bovendien mag worden verwacht dat 'huishoudens die een relatief royale woning bemachtigen voor een lage prijs niet snel vertrekken'.
Volgens het EIB valt extra woningproductie voor middeninkomens moeilijk te onderbouwen. Noch financieel - bijna 90 procent van de middeninkomens betaalt minder dan 40 procent van het netto inkomen aan woonlasten -, noch wat betreft specifieke tekorten. De hele Amsterdamse woningmarkt vertoont krapte. Terwijl het nieuwe woningbeleid wel kostbaar is. "Het nieuwe woonbeleid leidt tot een derving aan grondopbrengsten met ongeveer 80 miljoen per jaar. En dat is dan nog een lage inschatting", aldus directeur Van Hoek.