Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Tweede verdieping
Ouderenhuisvesting in Amsterdam
Andere tijden, andere wensen
Hoewel de vergrijzing vooralsnog aan Amsterdam voorbij gaat, is er nu al sprake van een woningtekort voor ouderen. Verzorgingshuizen krompen volgens plan in, maar daar kwam weinig voor in de plaats. De ooit geplande achtduizend WIBO-woningen (wonen in een beschermde omgeving) zijn er bijvoorbeeld bij lange na niet gekomen. Omdat de woningmarkt potdicht zit vertrekken steeds meer Amsterdamse ouderen naar de regio. Daar drukken ze de plaatselijke ouderen weer uit de markt. De oplossing? Meer bouwen voor ouderen, een variant op een overbekend thema.
Mevrouw Aldjufrie wordt binnenkort 63 jaar. Ze verhuisde bijna tien jaar geleden vanuit de Bijlmermeer naar een typische bejaardenwoning uit de jaren zestig in de Bestevaerstraat in Bos en Lommer. Het bevalt de van oorsprong Indonesische prima in de buurt. Ze voelt zich veilig, zegt ze, niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van de buurtconciërges, twee huizen verderop. “Dat zijn aardige jongens. Ze doen soms boodschappen voor me en ze houden een oogje in het zeil.” Over de benedenwoning zelf is ze minder te spreken. Ze laat de beschimmelde muur in de slaapkamer zien, vlak naast haar bed. “Het is hier vreselijk vochtig. ’s Avonds stinkt het en die lucht slaat op mijn adem. Ik heb al een paar keer naar de woningbouwvereniging opgebeld, maar er komt niemand.” Mevrouw Aldjufrie zou graag verhuizen. Niet uit de buurt – “ik ken hier bijna iedereen” - maar naar een wat grotere en betere woning, met logeerkamer. “Dan kan er ook eens familie overkomen en blijven slapen.”
In veel naoorlogse wijken zijn ze nog te vinden tussen de flats en de eengezinswoningen: kleine bejaardenwoningen met tuintjes. Veel van deze huisjes verkeren echter in slechte staat en staan op de nominatie om gesloopt te worden. Maar dan moet er wel een alternatief voorhanden zijn. Onlangs werd een convenant gesloten tussen verschillende woningcorporaties en Fontis (een koepel van verzorgingshuizen) over wonen en zorg. Daarin is vastgelegd dat er niet alleen op korte termijn meer woningen voor 55-plussers moeten worden gerealiseerd, maar dat er ook meer diensten (‘welzijn, zorg en gemak’) aan huis kunnen worden geleverd. Dat kan bijvoorbeeld door een ouderenconciërge aan te stellen die kleine klusjes opknapt en door het aanbieden van ‘gemaksdiensten’ als een opticien en een pedicure.
Uiteindelijk zijn er in tien jaar maar 1600 WIBO-woningen bijgekomen
De Algemene Woningbouw Vereniging (AWV) is een van de partners. De AWV bezit vijf verzorgingshuizen en 1095 seniorenwoningen, waarvan een deel aan vervanging toe is.
Carina Hooiveld van de afdeling strategie en beleid van de AWV: “Momenteel zijn we ons woningbezit aan het scannen om te kijken welke bestaande woningen beter geschikt gemaakt kunnen worden voor ouderen. Soms kun je een woning met geringe ingrepen aanpassen. Veel ouderen zijn daar ook voor, want ze willen het liefst in hun eigen, vertrouwde omgeving blijven. Maar niet alle woningen lenen zich daarvoor.”
WIBO-woningen (wonen in een beschermde omgeving) zijn volgens Hooiveld de ideale oplossing. Dit zijn zelfstandige twee- of driekamerwoningen die bij elkaar staan en waar een dienstencentrum dicht in de buurt is met allerhande voorzieningen. Deze WIBO’s zijn bestemd voor 65-plussers, maar worden vooralsnog voornamelijk bewoond door 75-plussers. Soms gaat het om bestaande bouw die wordt aangepast, soms om nieuwbouw. Stichting Tot en Met indiceert in noodsituaties voor een WIBO-woning. De helft van de WIBO-woningen wordt gelabeld voor de geïndiceerden in het WoningNet-bulletin.
In de Rivierenbuurt werd onlangs Woon- en Zorgcentrum Torendael geopend. Vanuit een samenwerkingsverband tussen onder meer Stichting Ouderenzorg Rivierenbuurt en Woonstichting De Key, is een nieuw, van alle gemakken voorzien zorgcentrum gebouwd met daarbij 32 WIBO-woningen. Dit zijn ruime, luxueuze appartementen in drie woonlagen, met lift. De woningen worden naar de individuele behoefte van de bewoners aangepast en vallen met 1 euro verschil net onder de maximale huurgrens.
Een van de nieuwe bewoonsters van zo’n appartement wil liever niet met naam worden genoemd. Wel wil de 84-jarige kwijt dat ze blij is met de woning waar ze twee maanden geleden introk. Maar eerlijk gezegd was ze nog liever in haar oude woning gebleven op de Kennedylaan. “Daar heb ik elf jaar gewoond, maar die woningen worden binnen drie jaar gesloopt. Je kunt dan tijdelijk naar een andere woning gaan om uiteindelijk weer op dezelfde plek terug te keren, maar dan had ik twee keer moeten verhuizen. En ik moet ook aan de toekomst denken. Nu kan ik nog alles zelf, maar straks heb ik misschien meer hulp nodig. Dan zit ik hier beter.”
In eerste instantie vond deze vitale bejaarde het appartement van ongeveer 65 vierkante meter wel erg groot. “Ik was gewend aan veel minder ruimte. Maar zoals je ziet staat het toch wel redelijk vol. En een groot voordeel van deze flat is dat het heerlijk warm is.” De nieuwe bewoonster heeft nog nauwelijks gebruik gemaakt van de voorzieningen, zoals de kapper, de bibliotheek en het internetcafé in het zorgcentrum. “Ik heb alleen een keer boodschappen gedaan in het winkeltje, want ik kook nog zelf. Maar misschien ga ik binnenkort wel een keer in het restaurant eten. De maaltijden schijnen erg goed te zijn en niet duur.”

Vergrijzing pas na 2010

Amsterdam heeft een jonge bevolking in vergelijking met de rest van
Nederland. Op dit moment is ongeveer 20 procent van de Amsterdammers ouder dan 55 jaar. Dat aantal blijft de komende tien jaar zo goed als gelijk. Wel verandert de groep ouderen van samenstelling. Volgens cijfers van O+S is het aantal hoogbejaarden over tien jaar met 19 procent afgenomen, terwijl het aantal 55 tot 74-jarigen met twintig procent toeneemt. Dit komt onder meer doordat er op dit moment nog weinig migrantenouderen zijn van 75 jaar ofouder. In 2030 zal naar verwachting echter 39 procent van de ouderen migrant zijn.
De bij ouderenhuisvesting betrokken partijen volgen deze demografische ontwikkelingen op de voet, zegt Cees Kraan van de afdeling Speciale Projecten van de Dienst Wonen (de voormalige SWD). Op dit moment wordt vanuit de centrale stad geprobeerd de bouw van WIBO’s te stimuleren. Een stedelijke werkgroep bezoekt daarvoor onder meer de stadsdelen en er verschijnt binnenkort een WIBO-boekje met definities en voorbeelden van WIBO-complexen. Ook over de groeiende groep migrantenouderen wordt nagedacht. Uit een onderzoek in 2001 naar migrantenouderen in Oud-West blijkt in elk geval dat de huidige zorgvoorzieningen en de informatie daarover voor hen slecht toegankelijk zijn.
Johan de Smet is voorzitter van de commissie Wonen van de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO). Tien jaar geleden, toen de eerste verzorgingshuizen in Amsterdam werden afgebroken, bleven de vierduizend aanleunwoningen gehandhaafd. De landelijke trend was immers dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig moesten blijven wonen. In tien jaar tijd zouden nog eens zoveel van dit soort semi-zelfstandige woningen gebouwd worden; de WIBO’s. De Smet: “Uiteindelijk zijn er in die tien jaar maar zestienhonderd in plaats van de beloofde vierduizend WIBO-woningen bijgekomen. Dat is erg teleurstellend. Op zich zijn we wel heel gelukkig met die WIBO’s. De moderne oudere wil niet meer in een piepklein huisje wonen, maar stelt steeds meer eisen aan bijvoorbeeld de grootte en het comfort van een woning en de voorzieningen die er zijn in een wijk.”
De Smet woont zelf in Amsterdam-Noord, in een tien jaar oude seniorenflat pal tegenover verzorgingstehuis Het Schouw. Zijn wooncomplex heeft appartementen met een oppervlakte van negentig tot 110 vierkante meter en biedt onderdak aan ongeveer 250 vijftigplussers. De huren liggen boven de huurgrens en de bewoners kunnen – tegen betaling – gebruik maken van de zorgpakketten van Het Schouw. En dat is waar veel ouderen van nu behoefte aan hebben, weet De Smet. “Het is een vast gegeven dat ouderen veel thuis zitten. Een woning moet daarom - nog meer dan voor anderen – in alle opzichten een warme jas zijn. Tachtig procent van de Amsterdamse ouderen gaat zijn eigen gang. Maar er komt een tijd dat ook die groep meer zorg nodig heeft. Amsterdam mag nu nog achter blijven wat betreft de vergrijzing; na 2010 gaat de curve omhoog. De gemeente moet op die ontwikkeling inspelen door veel meer te bouwen voor ouderen.”

“Zelfs met een woonduur van 37 jaar valt dit echtpaar buiten de boot”
De Amsterdamse Seniorenraad – een gemeentelijke adviesraad - bracht ongeveer anderhalf jaar geleden een toekomstvisie ouderenhuisvesting uit onder de titel ‘Dromen in baksteen’. In deze toekomstvisie worden tal van aanbevelingen gedaan voor de uitbreiding en verbetering van ouderenhuisvesting. Jos Kraay, portefeuillehouder Wonen bij de Seniorenraad: “Als je als landelijk beleidsuitgangspunt neemt dat mensen steeds langer zelfstandig moeten blijven wonen, dan moet je daarvoor wel de gelegenheid scheppen. Die WIBO’s zijn op zich een prima oplossing. Het probleem is echter dat die woningen op dit moment voornamelijk bestemd zijn voor 75-plussers, terwijl in eerste instantie juist was gekozen voor een vermenging van hoogbejaarden met vitale, jongere ouderen. Op die manier zou iedereen aan de beurt komen en de jongeren zouden de ouderen kunnen ondersteunen. Momenteel is het echter zo dat de vitale oudere helemaal niet aan de beurt komt. Wij vinden dat daar snel verandering in moet komen.”
Kraay illustreert de behoefte aan nieuwe seniorenwoningen met een inschrijving op een WIBO-woning van Tabitha op de Ceintuurbaan, door een vrouw van zeventig die samen met haar man van tachtig op een bovenwoning woont. Kraay: “Ze mankeren nu nog niets, maar misschien gaat een van hen op korte termijn bijvoorbeeld slechter lopen. Dus zijn ze op zoek naar aangepaste huisvesting met een zorgcentrum in de directe nabijheid. Er kwamen maar liefst negenhonderd reacties op die woning. Hoewel dit echtpaar een woonduur heeft van 37 jaar vallen ze buiten de boot.”
De bijna 65-jarige Kraay heeft haar eigen toekomst inmiddels veilig gesteld. Ze woont nu nog in een eeuwenoud, zeer veel onderhoud vergend pand met vier verdiepingen en steile, smalle trappen. Binnenkort verhuist ze naar een gelijkvloers appartement op de Silodam. “Ik word ook ouder en kreeg onlangs last van een knie. Hoewel het nu nog wel redelijk gaat moet je er rekening mee houden dat al dat traplopen je op den duur gaat opbreken.”

Woonzorgbuurten

De meeste WIBO’s zijn te vinden in de stadsdelen Zuidoost (40 procent) en Noord (20 procent). Volgens Cees Kraan van de Dienst Wonen, kostte het in eerste instantie nogal wat moeite om ouderen te bewegen naar Zuidoost te verhuizen. “Daar was op een gegeven moment zelfs sprake van leegstand. Maar inmiddels is de wachttijd opgelopen tot een jaar.” De Seniorenraad, zich bewust van het toch wel slechte imago van beide stadsdelen, organiseerde enkele excursies naar Noord en Zuidoost, waarna veel ouderen hun vooroordeel lieten varen.
Ook ging de Seniorenraad naar Rotterdam, waar op initiatief van Humanitas woonzorgbuurt Acropolis is gebouwd. Alle, voor ouderen benodigde voorzieningen zijn hier bij elkaar gebracht, met daar omheen zowel koop- als huurwoningen. Kraay: “Het is een soort dorp op zich, waar mensen zich veilig voelen en alleenstaande ouderen minder snel in een isolement raken. Zoiets zou ook heel goed op het Shell-terrein in Noord gerealiseerd kunnen worden. We hebben dat al aan deelraad Noord gesuggereerd.”
Op IJburg wordt een dergelijke woonzorgbuurt binnenkort al realiteit. Voor de eilanden is gekozen voor bouwen met zorg in de buurt en levensloopbestendige woningen. Zo komen er in de toekomst op Haveneiland-West drie steunpunten met voorzieningen voor ouderen en gehandicapten met daar omheen 3600 huur- en koopwoningen waarvan vijf procent volledig aangepast en zestig procent eenvoudig aanpasbaar zijn.
De zorgvoorzieningen worden gefinancierd door zorgverzekeraar AGIS (voorheen ZAO) en beheerd door Humanitas. Door de bouwstagnatie lukt het volgens een woordvoerder van Projectgroep IJburg echter niet om begin volgend jaar de steunpunten gelijktijdig op te leveren met de eerste woningen. De hulpbehoevende IJburgers moeten het voorlopig doen met tijdelijke voorzieningen.

Grijze overloop

Door het tekort aan seniorenwoningen in de hoofdstad vertrekken intussen steeds meer ouderen naar de regio. Omdat deze Amsterdamse ouderen vaak een veel langere woonduur hebben dan de plaatselijke ouderen in de regio, valt die steeds vaker buiten de boot. Bart Geerdink van Woonzorg Nederland, een landelijke organisatie voor ouderenhuisvesting: “In het huidige systeem telt de woonduur. Doordat steeds meer Amsterdamse ouderen naar de regio vertrekken, raakt de woningmarkt daar ook verstopt. In overloopgemeenten als Hoorn en Purmerend is zo langzamerhand een onwenselijke situatie aan het ontstaan. Het woonduurprincipe staat op dit moment dan ook ter discussie. De beste oplossing is natuurlijk dat er in Amsterdam veel meer wordt gebouwd. En dat geldt ook voor die regiogemeenten. Zolang dat dat niet gebeurt, moeten ouderen uit de overloopgemeenten misschien voorrang krijgen bij woningtoewijzing. Uiteindelijk gaat het om een eerlijke verdeling van de pijn.”


Waar wonen oudere Amsterdammers?

In Amsterdam Noord wonen de meeste ouderen, gevolgd door oud-zuid en zuider-amstel.

Bron: O+S 01-01-2002

De kaart van Amsterdam rechts geeft aan waar concentraties ouderen (55+) wonen. Geel is voor concentraties 55+; concentratie van de leeftijdsgroep 25-54 is groen omrand

Bron: O+S, 01-01-2000

Janna van Veen
Zie de Woonbarometer voor demografische ontwikkelingen in Amsterdam