Firoez Azarhoosh kun je gerust een actieve buurtbewoner noemen: mede-oprichter van buurtcentrum Meevaart, de man achter Buurtbalie Indische Buurt, lid van Samen Vooruit Indische Buurt en betrokken bij tal van andere bewonersinitiatieven. Hij ging in 1990 in de Indische Buurt wonen. Hoe kijkt hij aan tegen 20 jaar stedelijke vernieuwing?
“Het was geen fijne buurt. Wel leefbaar, maar vaak onguur, met veel drugsoverlast en criminaliteit. Bij mij is een paar keer ingebroken. De Javastraat was een verpauperde straat met een eenzijdig winkelaanbod. Eerlijk gezegd sliep ik er alleen maar. Ik werkte toen bij de gemeente Den Haag.
Ik ben actief geworden na de moord op Theo van Gogh in 2004. Er was in de wijk een hele gespannen sfeer, meer polarisatie. Ik was in mijn werk intensief met sociaal beleid bezig, maar echt vanuit de systeemwereld. En nu gebeurde dit om de hoek. Toen dacht ik: nu moet ik echt iets doen. Zo ben ik begonnen en ik ben er nooit meer van losgekomen.
De ontwikkelingen gaan hier zo snel. Er is nu een totaal andere populatie dan pakweg zeven jaar terug. Gentrification? Zeker, maar is dat slecht? Elke ontwikkeling heeft zijn voor- en nadelen. Nu is de retoriek dat arme bewoners de buurt worden uitgedreven. Toen ik hier kwam wonen was het verhaal dat de autochtone bevolking naar Purmerend en Almere werd verdrongen omdat hier allochtonen kwamen wonen. De stad verandert telkens. Je moet bij elke ontwikkeling de ongewenste effecten proberen tegen te gaan.
Ik ken zelf overigens maar één persoon die vanwege sloop of renovatie niet is teruggekeerd in de buurt. Zij kreeg een veel mooiere woning in Noord aangeboden. En ik weet dat veel gezinnen naar grotere woningen in bijvoorbeeld Nieuw-West zijn verhuisd.
De corporaties hebben dat over het algemeen heel netjes gedaan. Het was wel heel lang een top-downproces. Pas vanaf 2012-13, toen de vernieuwing al flink was gevorderd, schoven er bewoners aan in de stuurgroep Samen Vooruit Indische Buurt. Daar ben ik er één van. Wat betreft de fysieke vernieuwing is de betere huisvesting van ouderen en andere kwetsbare groepen vaak onderwerp van gesprek geweest. Wij zijn daarnaast heel erg gericht op civiele rechten van bewoners, zoals het recht op zelfontplooiing. Er is nog heel veel armoede in deze buurt, vooral ten zuiden van de Insulindeweg.
De stedelijke vernieuwing heeft veel goeds gedaan. Soms hadden fysieke ingrepen zoals het afsluiten van een doorgang direct een gunstig effect op de veiligheid en de overlast. Er is natuurlijk ook een waterbedeffect. Na de vernieuwing en herinrichting van het Makassarplein in combinatie met meer politiecontrole hebben hangjongeren een andere ontmoetingsplek gezocht. Nu zijn er forse leefbaarheidsproblemen rond het Sumatraplantsoen.
Ik maak me het meeste zorgen over de armoedeproblematiek en de toenemende polarisatie. Dat is niet zozeer arm tegen rijk, maar wel botsende leefstijlen. Een deel van de bevolking heeft helemaal de aansluiting gemist met de moderne samenleving.
Meer participatie, wijkgericht werken? De retoriek van het huidige college is vergelijkbaar met die uit de Vogelaar-jaren, maar in de praktijk probeert de bureaucratie alles centraal aan te sturen en in protocollen vast te leggen. Tot vier jaar terug had de Indische Buurt een voorbeeldfunctie wat betreft bewonersinitiatieven. Ik kan nog niet voorspellen welke kant het nu opgaat. Mensen participeren niet op commando. Maar wie weet...”
Lees ook:
Twee decennia stedelijke vernieuwing Indische Buurt (NUL20, september 2019)
De herovering van de Javastraat (NUL20, september 2019)