Met het voornemen om in 2050 een aardgasloze stad te worden, staan de Amsterdamse woningcorporaties voor een gigantische verduurzamingsopgave. Hoe staat de aanpak van de bestaande voorraad er voor, en hoe zetten corporaties het meest efficiënt energielabelstappen in het grote verduurzamingsspel?
ZVH renoveerde in 2016 72 portiekwoningen in de Zaanse wijk Poelenburg naar A-label
Ambities genoeg in de strijd tegen de klimaatopwarming. En enig succes is er ook. Zo bleek afgelopen zomer dat de Amsterdamse corporaties op schema liggen bij de ‘samenwerkingsafspraak’ om jaarlijks 10.000 energielabelstappen te realiseren. Ruimschoots zelfs: er werden 14.020 van deze stappen geteld in 2016.
Een mooi cijfer, maar je kunt je ook afvragen of gemeente en corporaties bij het maken van deze afspraak vorig jaar niet te voorzichtig zijn geweest. Vooral als je bedenkt dat er toen al een aanzienlijk ambitieuzere landelijke doelstelling lag. In het landelijke Energieakkoord van 2013 heeft de corporatiesector zich namelijk gecommitteerd aan een energielabel van gemiddeld B in 2020.
Een doelstelling die niet wordt gehaald. Sterker nog: onderzoeksbureau Finance Ideas concludeerde in oktober 2016 dat dit doel in het toenmalige verduurzamingstempo pas in 2030 wordt bereikt.
Wybo Jurgens, strategisch adviseur duurzaamheid bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC), benadrukt dat het hier gaat om een landelijk gemiddelde dat wordt nagestreefd. “Veel corporaties in Amsterdam en de Randstad kunnen dat tempo niet aan, door de beperkte financiële armslag en het verouderde en soms monumentale bezit.” Een conclusie die in het rapport van Finance Ideas wordt onderschreven. Wanneer Amsterdamse corporaties dan wel gemiddeld energielabel B zullen hebben, vindt Jurgens lastig te zeggen. “De focus zit er nu in ieder geval wel goed op.”
Er zijn ook grote verschillen tussen corporaties in wat ze aankunnen, zegt Dory Louwerens, directeur vastgoedbeheer bij Ymere. “In de crisis hebben we veel doorgebouwd, terwijl anderen stopten en spaarvolume opbouwden.” Het is volgens haar ook hard nodig dat het Rijk korting geeft op de verhuurderheffing voor investeringen in verduurzaming. Demissionair minister Plasterk heeft daarop gezinspeeld.
“Onze ambitie is nu dat we in 2025 label B hebben. Maar dan moet er nog wel wat gebeuren, zowel in middelen, menskracht als procesmatig. Omdat iedereen verduurzaamt is het lastig vakmensen te vinden en de materialen worden steeds schaarser en duurder.”
Keep it simple
De onderzoekers van Finance Ideas onderscheiden twee strategieën die corporaties kunnen volgen bij verduurzaming. De eerste is het naar label A++ brengen van voornamelijk F- en G-woningen. Hierdoor worden met een beperkt aantal ingrepen veel labelstappen geboekt. Maar het is duur en na afloop zijn er relatief veel woningen met labels C tot E over. De tweede strategie is het verduurzamen van meer woningen naar label A of B.
In de praktijk zijn er mengvormen van beide strategieën, maar Ymere kiest heel duidelijk voor de tweede. Louwerens: “In onze ‘no-regret-aanpak’ brengen we met beproefde methodes onze woningen in ieder geval naar label B, en als het niet te veel extra kost naar A. Die stappen daar bovenop kosten te veel geld voor het rendement dat ze opleveren. Bovendien krijg je bij A+ te maken met relatief nieuwe technieken, waarvan je moeilijk kunt voorspellen hoe bewoners erop reageren. ‘Keep it simple’, zou ik zeggen, liefst met maar één knop.”
Jurgens is het hiermee eens: “Natuurlijk zijn er iconische projecten, waar naar A+ of hoger wordt gewerkt, maar die doen corporaties om van te leren, met een beperkt aantal woningen.”
ESCo
In de Samenwerkingsafspraken is ook een doel voor het aanbrengen van zonnepanelen opgenomen. Dat doel bleef in 2016 ver uit zicht. In plaats van de beoogde jaarlijkse 80MW plaatsten de corporaties voor een schamele 0,5 MW aan zonne-energiesystemen. Maar als het aan Ymere ligt, komt daar snel verandering in. Deze zomer maakte de corporatie bekend dat ze zeker 8500 woningen in de Metropoolregio Amsterdam gaat voorzien van zonnepanelen in combinatie met ledlampen in gemeenschappelijke ruimten. De panelen worden aangelegd en beheerd door een ‘energy service company’ (ESCo, zie begrippenlijst).
BNG Bank en de gemeente zijn onder andere financiers van het project. Louwerens: “Met deze innovatieve aanpak zijn we als corporatie met minder armslag toch in staat onze onze doelstelling te realiseren. Voorwaarde is wel dat bewoners gegarandeerd lagere energielasten hebben. Niet sec verduurzamen, maar betaalbaar wonen is ons belangrijkste doel.”
Ymere ziet de ingreep als een ‘natuurlijk moment’ om in gesprek te gaan met bewoners over mogelijke verdere energiebesparing. Ook is de corporatie bezig om mutatiewoningen steevast te verduurzamen. “Verder willen we zoveel mogelijk vraaggestuurd werken”, voegt Louwerens toe. “Huurders kunnen in onze Y-store (www.y-store.nl, red.) kijken wat de mogelijkheden zijn om energie te besparen. Ze kunnen er bijvoorbeeld aangeven of ze isolerende beglazing of een HR-ketel willen.”
De factor bewoner
Investeringen in energielabelstappen leveren in de praktijk lang niet altijd de beoogde energiebesparing. Dat komt omdat bewoners hun gedrag aanpassen aan het verbeterde comfort. Een spaarlamp kan wel blijven branden; en waar voorheen die ene gaskachel ‘s nachts en bij afwezigheid op de waakvlam ging, neigen bewoners van verduurzaamde woningen er naar het hele huis de hele dag behaaglijk te houden.
Corporaties en bewonersadviesorganisatie !WOON zijn daarom al enige tijd bezig met het opleiden van vrijwillige energiecoaches die adviseren over energiebesparing. !WOON komt eind dit jaar ook met een ‘slimme meter’, waarmee bewoners in hun huiskamer ‘real time’ hun energieverbruik kunnen aflezen. “Bestaande slimme meters zitten vaak in de meterkast en geven het energieverbruik met een vertraging weer”, vertelt !WOON-directeur Eef Meijerman. “Als je direct ziet wat je gebruikt, ben je ook eerder geneigd direct te bezuinigen.”
Bronnen: Corporatie in Perspectief (Aedes) en Stadgenoot *corporaties met meer dan 25.000 woningen Amsterdamse corporaties hebben matige energielabels. Het aandeel A- en B-labels schommelt rond de 20 procent. Uitzonderingen zijn de Alliantie (29,9%), dat wellicht beter geïsoleerd bezit heeft in Amersfoort, het Gooi en Almere, en Rochdale (28,5%), dat veel (een derde) woningen bezit van na 1990, met hogere labels. Ymere heeft in 2015 nog 18,5 procent aan G-labels weg te werken. De woningcorporatie bezit veel oude en deels monumentale panden in het centrum van Amsterdam. |
|
Ymere maakte in 2016 veruit de meeste labelstappen van alle Amsterdamse corporaties. Daarbij moet wel worden bedacht dat het hier gaat om een momentopname, waarbij grote renovaties net voor of na de jaargrens kunnen worden afgemeld. * incl complexmatig afgemelde woningen (administratieve correctie) |